De bezinning die je hoorde op het einde van onze weekendvieringen kan je hier nog eens (na)lezen.
Soms is Hij voor mij een vreemde wonderman. De staaltjes van zijn kunnen tonen zijn almacht. Hij moet wel de Zoon van God zijn. In hoge nood ga ik tot Hem en bid dat Hij mij goedgunstig is. Niet altijd wordt dat bidden door Hem gehoord. Waar blijft Hij met zijn almacht?
Soms is Hij voor mij een gids op de weg. Zoals Hij leefde, zo zou ik willen leven. Geloven in zijn visioen wil ik: vrede en gerechtigheid voor iedereen, overal.
Met vallen en opstaan probeer ik die weg te gaan. En staande voor de vraag: wat nu?, probeer ik een antwoord te vinden in zijn evangelie. Zo blijf ik op zoek.
Soms is Hij voor mij voedsel voor onderweg. Brood en wijn om mij te sterken. Het is in zijn kracht dat ik ga op de wegen die Hij mij toont. Zijn Geest leidt mij. Dat Hijzelf in mij is, dat is het belangrijkste. Hij zegt immers: “Wie in Mij blijft terwijl Ik in hem blijf, die draagt veel vrucht!” (uit: dit uur op de berg)