Op zaterdag 20 februari waren de vormelingen in de Rozenkrans voor de vierde beurt en daarmee al aan de tweede helft van de vormsel-voorbereiding. Tijd dus om aandacht te besteden aan het vormsel zelf.
In de inleiding werd even stilgestaan bij de betekenis van een sacrament aan de hand van het verhaal van Sim en Rein die aan elkaar bleven denken door een eenvoudige schelp-helft. Dat kleine schelpje werd symbool van hun aanwezigheid voor elkaar, ook al zagen ze elkaar niet meer. Het maakte iets onzichtbaar op een bepaalde manier toch terug zichtbaar. En dat doen sacramenten nu net ook. Alleen gaat het dan om Jezus en bij het vormsel heel speciaal om Zijn Geest. De voorbije twee eeuwen hadden heel wat mensen krachtige Jezus-ervaringen, zoals die man langs het strand die plots maar één voetspoor meer zag … De vormelingen luisterden bijzonder aandachtig en stil. Te moeilijk? Toch niet, zo bleek later in de kleine groepjes waar nog even werd nagepraat hierover.
Griet en Jirky konden er deze keer niet bij zijn, maar Dries, mét gitaar, kwam de vormelingen helpen om de liederen voor de gezinsviering in te oefenen. Zijn grapjes en gekke bekken werden als ‘cool’ ervaren en ze zongen uit volle borst, zeker het einde van het nieuwe liedje: ‘waaaw, wat is dat cool!’
In de kleine groepjes werd stilgestaan bij de rituelen en handelingen van de vormselviering en op de gelijkenissen met de doopviering. Kleine doe-opdrachtjes tussendoor maakten het geheel luchtiger.
En dan was het tijd voor de superminivormselquiz. Hadden de vormelingen inmiddels voldoende kennis om gevormd te kunnen worden? De spanning was echt voelbaar … En ja, geen probleem, op een enkele vraag na bij één groepje, haalde iedereen de maximale score! Nog even de maten opnemen voor de pijen en iedereen kon goedgemutst terug naar huis
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.