Wat raakt ons diep van binnen, door wie of wat worden wij innerlijk bewogen? Natuurlijk kan het van alles zijn, zolang het maar niet onbenullig of oppervlakkig is.
Wat ons diep van binnen raakt, zet ons ook in beweging. Dan is het niet meer: blijf zitten waar je zit en verroer je niet, dan wil je het liefst opstaan en tot actie overgaan, uitgedaagd en wel.
Daarover gaat het evangelie van de wonderbaarlijke visvangst. Het is een verhaal dat de diepte ingaat en niet zonder gevolgen blijft. Het is ook niets minder dan een roepingsverhaal!
Voor de schriftlezingen met een commentaar van Isabelle Desmidt verwijzen we naar p. 18 in Kerk & Leven 2022-05.
“Niet bang zijn, ook jij kunt mensen redden; mijn genade is je genoeg”
In de schriftlezingen van de 5de zondag door het jaar C krijgen we te horen dat God mensen kiest en roept, niet op grond van bewezen diensten of omwille van hun grootse kwaliteiten, maar omdat Hij hen bemint en in hen gelooft. Door Hem te worden gekozen moet ons tot bescheidenheid stemmen -wie ben ik dat Hij mij vraagt?-, maar ook tot geloof in onze mogelijkheden.
Zijn roepend woord vraagt antwoord.
Soms zou je de moed erbij verliezen: de kerken lopen leeg, jongeren haken massaal af, en wie op de stoel naast je zit ziet er alweer grijzer en gerimpelder uit. Je voelt je zoals die mannen uit het evangelie: een hele nacht gevist, niets gevangen. Ze bijten niet meer.
De vissers zitten vol angst en onzekerheden. Tot Jezus hen weer vertrouwen inspreekt: “Gooi je netten uit...”
Vaak treedt God ons tegemoet in eenvoudige mensen om ons heen. Hij roept, Hij vraagt, Hij nodigt uit om vol te houden... vaak net op het ogenblik dat we overwegen er de brui aan te geven.
“God van Jezus Christus, God van mensen,
telkens weer roept U ons in Jezus op
om de veilige oever te verlaten en naar diep water te varen.
U weet hoeveel onrust ons overvalt
wanneer U ons vraagt om te gaan waar blijkbaar geen weg is.
U weet hoe wij ons aarzelend afvragen
of wat wij in uw naam doen wel enig resultaat oplevert.
Doe ook óns uw Woord verstaan dat ons bemoedigt:
“Niet bang zijn, je kunt het, mijn genade is je genoeg”.
Maak ons bereid om ‘ja’ te zeggen.
We vragen het U door Jezus, die één en al antwoord was op uw roepstem,
en ook óns vandaag voorgaat.
Amen.”
De wonderbare visvangst
een lied bij de schriftboodschap van de 5de zondag C; Lucas-evangelie 5, 1-11
Ze volgden hem, zijn stem, zijn woorden,
sinds hij verscheen in hun bestaan
en zij hem zomaar zeggen hoorden
de volle zee weer op te gaan.
Ze volgden hem, ondersteboven
van wat ze daar toen zouden zien:
een wondervangst niet te geloven,
geweldiger dan ooit voordien.
Die dag is nooit meer uit te wissen,
ze blijven zien wat daar gebeurt:
de overslaande golf van vissen,
een boot die zinkt, een net dat scheurt.
Hij zegt: ze zullen mensen vangen,
en God zal weten hoe dat moet
en of dat is wat zij verlangen
en dat gelukkig maakt voorgoed.
Zij volgen hem, hij moet maar wijzen
waarheen, en wat de reden is,
uiteindelijk, van al hun reizen:
hij zelf, de allerhoogste vis.
Michel Van Der Plas