Jezus leert zijn leerlingen bidden en roept hen tegelijk tot solidariteit op.
In grote organisaties en bedrijven zijn binnendiensten en buitendiensten. Niet zelden zeggen de mensen die in het veld werken dat degenen die hen moeten steunen wereldvreemd zijn. Er is spanning tussen de ‘praktijk’ en de ‘theorie’.
In het stukje evangelie van vandaag heeft Jezus daar oog voor. Hij leert zijn leerlingen bidden. Dat is de binnendienst en Hij legt een verband met de hulpvaardigheid die wij elkaar moeten bieden. Dat is de buitendienst.
Als Jezus zijn leerlingen leert bidden, leert Hij hen dan de woorden die Hij zelf voor zijn persoonlijk gebed gebruikt? Dat weten wij niet. Jezus heeft zeker met de Psalmen gebeden, zoals alle joden. Maar die woorden kenden zijn leerlingen ook. Jezus leert hen niet enkel woorden maar zeker ook het vertrouwen waarmee Hij zelf bidt. We weten van andere plaatsen in het evangelie dat Jezus God “Vader” noemt. Dat in elk geval leert Hij zijn leerlingen.
God die de Vader is van alle mensen, maakt de mensen tot zusters en broeders. Daarom spreekt Jezus onmiddellijk na de les in gebed, over de zorg die mensen voor elkaar moeten hebben. Zelfs als iemand ‘s nachts een beroep op je doet, moet je opstaan en hulp bieden.
Bidden en dienstbaarheid horen samen. Hoe beter we die op elkaar afstemmen, hoe vollediger we leerlingen van Jezus zijn. Zoals in een grote organisatie de binnen- en de buitendienst ook best op elkaar afgestemd zijn.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.