Jezus countert de aanspraken van twee leerlingen op voorname plaatsen door hen de houding van de (lijdende) dienaar voor te houden.
Enkele dagen geleden heeft paus Franciscus opnieuw een profetische daad gesteld. Hij ging, onverwacht, op bezoek in een huis waar dakloze armen worden opgevangen. Het profetische van die daad lag in het moment dat hij had uitgekozen: vlak na weer een vergadering van de bisschoppensynode. Alsof de paus zonder woorden wilde zeggen: het geloof is méér een zaak van solidariteit met de armen dan een groots congres met belangrijke lui van over de hele wereld.
Als Jezus van twee leerlingen de vraag krijgt om naast hem te zitten in zijn glorie, zou Hij blij moeten zijn. Er zijn er toch twee die begrepen hebben dat Hij zal sterven en verrijzen. Toch springt Jezus niet enthousiast op. Zijn antwoord is een verwijzing naar de nederige dienstbaarheid. Niet de discussie over de belangrijkste, de grootste of de meest invloedrijke is van tel maar wat we concreet doen voor andere mensen, of we ons ten dienste stellen van net geluk van anderen. Jezus verwijst tussen de regels naar Jesaja. We hebben in de eerste lezing gehoord waaraan Hij denkt: de lijdende Dienaar van God. Jesaja schreef tot de mensen in ballingschap. Niet door je persoonlijke kansen te berekenen en te vrijwaren, komt de redding maar door degene die zijn leven geeft voor de anderen. Jezus zal dat letterlijk doen. In het evangelie van vandaag geeft Hij de weg voor ons aan: de weg van de dienstbaarheid. Franciscus ging bij de armen op bezoek als tegengewicht voor de zware vergadering met media in de aanslag. Laten wij ook zoeken naar wegen om dienaars te zijn.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.