DE LEERLING KNIELT

Twee types staan naast of tegenover elkaar: de Farizeeër en de zondares. Hij die recht in de leer is maar zuinig op wat hij geeft en deelt; zij die zondig leeft en overvloedig deelt.

In alle milieus zijn er mensen die echt hun best doen om trouw de richtlijnen te volgen en zijn er mensen die gemakkelijk over de schreef gaan of buiten de lijnen kleuren. Dat is zo in een klas waar altijd iemand de braafste is en altijd iemand de rebel is. Dat is op het werk even goed: degene die er alles aan doet om bij de baas goed over te komen en degene die er graag een lap op geeft.

In het evangeliestukje van vandaag zien we twee types naast of tegenover elkaar staan.

Simon, de Farizeeër die de wet kent en zijn best doet om die goed na te leven. Simon is een mens met aanzien omdat hij zo goed is in de wet. Hij beschouwt Jezus misschien nog niet als een gevaarlijke tegenstander maar wellicht toch als een uitdager en als iemand om in de gaten te houden. Hij heeft Jezus uitgenodigd maar dat is niet echt van harte, want hij ontvangt hem koel, zonder plichtplegingen.

Een onbekende vrouw is de tegenspeler. Zij is niet de gastvrouw en is ook niet uitgenodigd. Zij trekt zich niet teveel van de wet aan en leeft haar eigen leven. Zij geniet weinig of geen aanzien, want haar faam gaat haar vooraf. De vrouw, soms wordt beweerd dat het Maria Magdalena is, verwent Jezus. Zij toont genegenheid. Zij ziet in Jezus iemand die haar kan helpen om haar leven terug op de sporen te krijgen en daarom wil zij met hem in contact komen.

Jezus wordt getroffen door de gebaren van de vrouw. Zij neemt de houding van de leerling aan, geknield aan de voeten van de Heer en één en al liefdevolle dienstbaarheid. Wat een contrast met de Farizeeër.

Overal kom je mensen tegen die heel hard hun best doen om aan alle verwachtingen te voldoen én mensen die van zichzelf weten dat ze daarin niet slagen. Jezus heeft het voor de mensen die hun kleinheid erkennen en aan zijn voeten knielen, die zijn leerlingen willen zijn.