De zaligsprekingen geven aan in welke richting het rijk Gods te zoeken is.
In de buurt van Krakau ligt een klein kerkhof met merkwaardige grafzerken. Eén ervan is een rotsblok met een smeedijzeren kunstwerkje. Het stelt een kruisbeeld voor en een rij mensen die de berg beklimmen in de richting van het kruis. Degene die voorop gaat, reikt met de hand naar het kruisbeeld. Er is geen Christus op het kruis.
Misschien wil de kunstenaar zeggen dat wij zelf de Christus present kunnen stellen, als wij zijn weg gaan, als wij zijn kruis aanraken, als wij zoals Hij “God doen”.
God doen is zijn wil tot de onze maken. God in ons leven opnemen. Dat kan enkel als God ons in zijn liefde opneemt en leven geeft. Op eigen kracht kunnen wij niet in de richting van God opschuiven. Het is zijn kracht en zijn liefde in ons die dat mogelijk maakt.
Wij hoorden zojuist het begin van Jezus’ bergrede. Hij somt een heleboel mensen op. Om hen gaat het in de eerste plaats in het rijk Gods. Als wij “God doen”, dan moeten wij vooral naar die mensen omkijken, hen opnemen in ons hart, hen meenemen in ons leven. Heiligen doen dat. Op één of andere wijze is een heilige iemand die anderen meeneemt, de berg op, naar het kruis van Jezus. Zo groeit het geloof dat God ons redt, dat het kruis ons optilt.
Allerheiligen is het feest van de mensen van wie geweten is dat zij “God doen”, samen met anderen. Het is het feest van alle mensen van wie het niet geweten is dat zij “God doen”. Maar Allerheiligen is ook het feest van alle mensen die zich door God willen laten heiligen, zoals de mensen in het kunstwerkje op het graf nabij Krakau. Het zijn mensen zoals wij allemaal.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.