Jezus wekt een meisje op en geneest een volwassen vrouw. Hij is bron van leven.
“De nieuwe Lotto, da’s tweemaal zoveel kans om te winnen,” is één van de slogans waarmee nieuwe klanten moeten aangetrokken worden voor de wekelijkse geldtombola. Je koopt kansen en het gaat om geld.
God geeft ons kansen en het gaat om het leven.
In het evangeliestukje van vandaag worden twee mensen genezen. Telkens gaat de kracht van het leven van Jezus uit maar iedere keer is er ook groot vertrouwen in hem. Als ik slechts zijn kleding kan aanraken, denkt de vrouw. Zo groot is haar vertrouwen in Jezus. En Jaïrus smeekt Jezus, vol vertrouwen, om zijn dochter de handen op te leggen.
Beide genezingen hebben iets magisch en klinken als voorbijgestreefd in een tijd waar de medische wetenschap bijna alles kan. Wij leven echter ook in een wereld waar veel ‘dood’ midden in het leven te vinden is: ziekte, honger, doodslag, moord, oorlog, genocide, passionele haat, psychische terreur. Hoeveel miljoenen mensen zijn er de afgelopen eeuwen niet voortijdig gestorven door toedoen van andere mensen? Hoe gaan wij met vluchtelingen om?
De lezingen van deze zondag vragen een radicale beaming van het leven: de mens is niet voor de dood geschapen, maar voor het leven. God wil dat de mens leeft. Dat is geen kansspel, maar een keuze om het leven te proeven.