Elizabeth en Maria zijn allebei ‘wonderlijk’ zwanger. Ze hebben allebei een taak: leven dat gegeven is, doorgeven.
Het is al lang geleden. Het was enkele dagen vóór Kerstmis. Ik had een afspraak gemaakt om een ziekenzalving te vieren. De oude, zieke man lag in bed. Alleen zijn vrouw was aanwezig; dat hadden ze zelf zo gewild. Toen de ziekenzalving voorbij was, pakten ze elkaar innig en stevig vast. “Dat ik maar vlug na hem mag sterven,” zei de vrouw ferm. “Ja, ik kan niet zonder haar,” antwoordde haar man. Zij wachtten niet op de dood; zij verwachtten het nieuwe leven. Dat is een vorm van advent.
In het stukje evangelie van vandaag, zien we twee zwangere vrouwen. Ze zijn zich bewust dat er met hun zwangerschap wat aan de hand is. De evangelist beschrijft het mooi: Eilzabet is te oud om zwanger te worden en van Maria kennen we het verhaal van de engel die haar zwangerschap aankondigt. Tegelijk weten deze twee vrouwen dat ze een taak hebben: het leven dat ze hebben ontvangen, behoeden, laten groeien en teruggeven aan hem van wie ze het hebben gekregen. Elizabet zal moeder worden van Johannes de Doper. Ze zal hem zijn eigen weg als profeet laten gaan. Maria zal moeder van Jezus worden en hem loslaten om Zoon van God te zijn.
Vandaag zien we hen vol verwachting. Zij verwachten de nieuwe toekomst die alleen maar van God kan komen. Ze omhelzen elkaar om die verwachting bij elkaar te versterken.
Kort na de ziekenzalving vóór Kerstmis is de zieke man overleden; zijn vrouw is hem enkele maanden later gevolgd. Opnieuw hebben zij leven ontvangen. Met Kerstmis vieren wij dat wij het leven ontvangen. Wij ontvangen Gods leven. Om het te behoeden.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.