Jezus is te gast bij Marta en Maria die elke een deel van de gastvrijheid opnemen. Marta overdrijft.
“Gewoon elkaar eens terugzien en wat bij mekaar zijn; meer moet dat niet zijn,” zeggen vrienden die afspreken nadat ze elkaar lang niet hebben gezien. Hoe weinig ook, er zal altijd ook wat moeten voorzien worden: een gezellig plekje, wat eten en drinken. Maar de ontmoeting moet centraal staan, want dat is de bedoeling van de vriendenontmoeting.
In twee stukjes uit de Bijbel die we vandaag lezen, gaat het over gastvrijheid.
Uit het boek Genesis hebben we gelezen over de drie mannen die bij Abraham langskomen. Hij ziet in hen de Heer zelf. Abraham zet iedereen aan het werk om de Heer goed te ontvangen. Het wordt een overvloedig maal. Alleen Abraham heeft oog en tijd voor de gasten.
In het evangeliestukje is Jezus te gast bij twee zussen. Die hebben afgesproken hoe ze het gaan doen, of misschien is dat een spontane taakverdeling: Marta in de keuken en Maria bij de gast. Marta overdrijft. Ze maakt niet één lekkere schotel maar ze wil Jezus overrompelen. Het wordt haar zelfs te druk en ze roept om hulp. Maria moet mee de keuken in. Jezus kiest: het eten is bijkomstig, de ontmoeting primeert.
Een ontmoeting met vrienden bereiden wij goed voor. Leerlingen van Jezus ontvangen hem zoals Hij het graag heeft: met zorg maar met de nadruk op de ontmoeting, als echte vrienden.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.