Als we ons huis wat gezelliger willen maken in de avonduren of aan tafel, steken mensen vaak wat kaarsjes aan. Het maakt je woonruimte lichter, gezelliger en warmer.
Heel veel mensen, gelovig of ongelovig, steken met een grote regelmaat ook een kaarsje aan in een kerk of kapel. Wat zullen er in de meimaand weer duizenden kaarsjes gebrand zijn in de basiliek…als een wens en een gebed. Het is een volksgebruik dat ongelooflijk sterk in ons geworteld is.
We zien de laatste jaren steeds vaker dat mensen na een ongeluk of bij zinloos geweld, naast bloemen en knuffels, ook een kaarsje plaatsen op de plek waar het slachtoffer is omgekomen.
We zien het steeds meer, maar waarom doen mensen dat? Waarom steken we een kaarsje aan in een kapel of zetten we een kaars voor het raam?
Eigenlijk is het gelovige antwoord van een christen vrij eenvoudig. In het Johannesevangelie zegt Jezus: “Ik ben het Licht van de wereld; Wie Mij volgt, gaat zijn weg niet in duisternis”.
Jezus zelf is het Licht dat duisternis en kou verdrijft.
Als we in een kerk een kaarsje opsteken bij de beeltenis van Christus of Maria of een andere heilige, dan is dat een teken van het vertrouwen dat we in Christus of die andere heilige stellen. We steken een kaarsje aan bij Maria en vragen haar om met ons tot haar Zoon te bidden en ons gebed bij Hem aan te bevelen. We vertrouwen erop dat Hij ons gebed verhoort en ons geeft wat voor ons het beste is.
Daarnaast is het ook een teken dat ons gebed gewoon verder gaat, ook als wij de kerk verlaten en onze weg verder zetten. Als wij bezig zijn met onze dagelijkse beslommeringen, zet het kaarsje ons gebed verder. En je staat daarin niet alleen. Als je ziet dat er al een aantal kaarsjes branden, dan besef je dat anderen je reeds voorgingen in gebed. En dat kan bemoedigend zijn.
Een aantal van deze elementen zijn ook terug te vinden in de kaarsjes die bij zinloos geweld worden neergezet op de plaats waar iemand onschuldig is omgekomen of mishandeld. De kaarsjes die daar worden neergezet, laten zien dat iemand hier is geweest. Het zijn tekens van medeleven, het laat zien dat het mensen niet onverschillig laat wat hier is gebeurd. Een kaars laat zien dat mensen onrecht is aangedaan. Een kaars laat zien dat mensen met hun gedachten bij dit gebeuren zijn geweest en dat ze het afkeuren. Terwijl zij verder gaan met hun leven, blijft het kaarsje als stille getuige achter.
Misschien is het voor velen die niet geloven ook een daad die verwijst naar de hoop die in hen leeft. De hoop op een betere wereld. De hoop dat dit mensenleven niet voor niets is geweest,
maar bijdraagt aan een vreedzame wereld. Een christen zal deze hoop ‘Christus’ noemen, want Hij is immers het Licht dat duisternis, ellende en het kwaad verdrijft. Het wordt vaak prachtig zichtbaar als mensen een stille tocht of een mars houden omdat een onschuldig mens onrecht is aangedaan. En het licht van de fakkels dat vaak tijdens deze tochten wordt meegedragen, doet mij denken een de paaskaars die in de duisternis van de vroege
paasmorgen het duister verdrijft en een nieuw leven aankondigt: “Hij is niet dood, Hij is verrezen!” Jezus, de onschuldige mens bij uitstek, werd ook onrecht aangedaan. Hij werd vermoord aan een kruis. Maar Hij is door de donkere nacht van lijden en dood gegaan om uiteindelijk op te staan op Paaszondag. Van dan straalt het Licht dat Hij is.
De meeste mensen die een kaarsje opsteken bij een plaats waar iemand onschuldig om het leven kwam, zullen weliswaar niet met deze gedachte het kaarsje ontsteken of met een fakkel in een stille tocht lopen. En toch… misschien is het wel een onuitgesproken verlangen naar
Jezus, het Licht van de wereld waar zij naar op zoek zijn. Ze ervaren Hem, zonder Hem te kunnen benoemen. Wat zou het toch prachtig zijn als de hele wereld dit op een dag zou mogen ervaren.