"Met Franciscus was het anders" — Hommage van Charles Wright aan paus Franciscus
vertaald door Leo de Weerdt sj
Nu Franciscus op maandag 21 april is overleden, brengt schrijver Charles Wright hem een eerbetoon. Hoewel hij toegeeft geen speciale voeling te hebben voor pausen, vertelt hij hoe Franciscus hem wist te raken – met zijn eenvoudige, profetische stijl én zijn talent voor de juiste woorden op het juiste moment.
"Ik heb geen spontane verering voor pausen. Encyclieken blader ik vluchtig door. De basiliek van Sint-Pieter, met haar kille hoogheid, doet me minder dan de kleine romaanse kapel in mijn dorp. De extase van sommige gelovigen, die opgewonden staan te juichen bij het zien van de pausmobiel alsof het om een optreden van Beyoncé gaat, heeft me altijd bevreemd.
Maar met Franciscus was het anders. Vanaf het moment dat hij op dat balkon verscheen, voelde ik een directe sympathie voor hem. Misschien is dát wat men bedoelt met de sensus fidei, dat geestelijke instinct waar hij vaak de lof van zong: je voelt intuïtief wanneer iemand de geur van het Evangelie uitstraalt. In de loop van zijn pontificaat werd Franciscus een metgezel, een soort grootvader die zijn wijsheid deelt bij het haardvuur.
Ik had het geluk hem één keer te ontmoeten. Het was in 2022, in de Clementijnse zaal, rijk aan marmer en renaissanceschilderingen. In de eindeloze rij die naar hem leidde, voelde ik mededogen voor die oude man in een rolstoel, die onvermoeibaar iedereen een glimlach en een uitgestoken hand schonk. Toen ik aan de beurt was, gaf ik hem een potje kastanjekonfituur uit de Ardèche. Ik dacht toen: het vagevuur van een paus is leven in het Vaticaan, omringd door de Curie en al die pracht en praal.
Eén moment tijdens die audiëntie bleef me bij: meermaals verstijfde hij als mensen voor hem wilden knielen om zijn ring te kussen. Hij verafschuwde dat soort gebaren – ze riepen een feodale Kerk op en plaatsten de paus op een voetstuk dat hij weigerde te betreden. Hij bleef herhalen dat hij een gewoon mens was, een “armoedig ventje”, zoals hij zichzelf eens noemde in een ontwapenend boek.
Dergelijke onthechting viel uiteraard niet in goede aarde bij prinselijke prelaten en geestelijken van stand. Maar ik vond het juist verfrissend dat hij niet hield van kant en hermelijn, en zijn pauselijke muiltjes had ingeruild voor stevige stappers. Die zoektocht naar eenvoud had een profetische kracht. Het is een dwaalspoor om het heilige te zoeken in religieus praalvertoon. Voor Franciscus lag het enige heilige in de mens zelf.
Een virtuoos herder
Franciscus was een meesterlijke herder. Telkens als ik hem las of hoorde spreken, voelde ik me innerlijk bewogen. Hij wist de dingen van God tastbaar te maken met eenvoudige woorden en gebaren. Zijn gevoel voor punchlines deed niet onder voor dat van Jacques Séguéla. Iedereen herinnert zich wel een van zijn uitspraken. Ze staken het vuur aan, ze wekten geloof: “Elke mens is een zending op zich”; laten we geen “stijfselchristenen zijn die theologie bespreken bij een kop thee”; laten we niet “spreken over armoede terwijl we leven als farao’s”; “Petrus had geen bankrekening”; “het leven is een gave die je ontvangt door jezelf te geven”; “de Kerk groeit niet door bekeringsdrang, maar door aantrekkingskracht”…
Ik ben er zeker van dat het beeld van een oude vrouw die een kaarsje brandt bij een icoon hem meer raakte dan de abstracties van salons-theologen. Hij vreesde dat het christendom ooit zou vervallen tot iets onbeduidends, als een gerimpelde oude man die verhalen vertelt waar niemand nog naar luistert. Zijn grote bekommernis was om uit de besloten kring te breken, de taal van iedereen te spreken, mensen te ontmoeten in hun échte, existentiële vragen.
De droom van een evangelische Kerk
Dankzij François begreep ik dat het christelijk leven uiteindelijk simpel is: aanwezigheid, tederheid en moed geven aan de mensen om je heen. Charles de Foucauld – door hem heiligverklaard – noemde dat “het apostolaat van de goedheid”. Dat het navolgen van Christus een zonovergoten pad is, dat door vreugde wordt aangetrokken – hoezeer dat ook tegen de haren instreeft van de vrome zielen met “gezichten als gepekelde paprika’s”. Dat heiligheid niets met heldendom te maken heeft, maar juist gezocht moet worden in het alledaagse: in de kleine inspanningen van het gewone leven, naar het voorbeeld van al die “heiligen van het huis naast ons”.
Met zijn gebogen gestalte, zijn schoudermantel, zijn open en warme blik, deed François me denken aan de vader in De terugkeer van de verloren zoon, het schilderij van Rembrandt. Hij heeft ons de droom nagelaten van een evangelische Kerk – ontdaan van macht, triomfalisme en wereldse glans. Een Kerk die trouw blijft aan haar traditie, maar niet bang is om nieuwe vormen te vinden, nieuwe talen te spreken – ik, als schrijver, kon alleen maar bewondering hebben voor het belang dat hij aan literatuur hechtte. Een gastvrije Kerk vooral, die wil verbinden, troosten, luisteren; die de vrijheid van de mens wil dienen en een aanwezigheid wil zijn, zomaar, in de geest van Christus: nabij, meelevend en teder.
De paus is gestorven. En in onze harten blijft een grote leegte achter. En nu ... gaan we verder."
(1) Des pauvres au pape. Du pape au monde, Seuil, 2022.