“De muren van ziekenhuizen hebben meer oprechte gebeden gehoord dan kerken ...
Ze hebben veel meer oprechte kussen gezien dan die op luchthavens ...
In ziekenhuizen zie je een homofoob gered worden door een homoseksuele arts.
Een bevoorrechte arts die het leven van een bedelaar redt ...
Op de intensive care zie je een Jood die een racist verzorgt ...
Een politieagent en een gevangene in dezelfde kamer die dezelfde zorg ontvangen ...
Een rijke patiënt die wacht op een levertransplantatie, klaar om het orgaan van een arme donor te ontvangen ...
Het is op deze momenten, wanneer het ziekenhuis de wonden van mensen aanraakt, dat verschillende werelden elkaar kruisen volgens een goddelijk plan.
En in deze gemeenschap van lotsbestemmingen beseffen we dat we alleen niets zijn.
De absolute waarheid van mensen openbaart zich meestal alleen in momenten van pijn of bij de reële dreiging van een onomkeerbaar verlies.
Een ziekenhuis is een plek waar mensen hun maskers afleggen en zichzelf laten zien zoals ze werkelijk zijn, in hun puurste essentie.
Dit leven zal voorbijgaan Snel, dus verspil het niet door met mensen te vechten.
Bekritiseer je lichaam niet te veel.
Klaag niet overmatig.
Verlies geen slaap over rekeningen.
Zorg ervoor dat je je dierbaren knuffelt.
Maak je niet te veel zorgen over het spic en span houden van het huis.
Materiële goederen moeten door iedereen verdiend worden – wijd je niet aan het vergaren van een erfenis.
Je wacht op te veel: Kerstmis, vrijdag, volgend jaar, wanneer je geld hebt, wanneer de liefde arriveert, wanneer alles perfect is ... Luister, perfectie bestaat niet. Een mens kan het niet bereiken, omdat we simpelweg niet gemaakt zijn om hier vervuld te worden. Hier krijgen we de kans om te leren. Dus, haal het beste uit deze beproeving van het leven – en doe het nu. Respecteer jezelf, respecteer anderen. Volg je eigen pad en laat het pad los dat anderen voor je hebben gekozen.
Respect: geef geen commentaar, oordeel niet, bemoei je er niet mee.
Heb meer lief, vergeef meer, omarm meer, leef intenser!
En laat de rest over aan de Schepper.”
—Paus Franciscus