Zo’n 350 mensen kwamen die zondag naar onze zondagskerk, Kristus Koning in de Expowijk, om in verbondenheid te vieren. Dat doen we elk jaar. We waren van harte uitgenodigd voor een heus feest. De eucharistieviering én de receptie gaven de aanwezigen een warm gevoel.
Bedankt aan al wie erbij was en aan al wie meewerkte aan het welslagen van dit ontmoetingsmoment.
Bekijk onder de homilie enkele sfeerbeelden van het gebeuren.
In 2024 vieren we op 20 oktober. Noteer die datum al in uw agenda.
De homilie van Ronald Sledsens
Misschien wil u de homilie graag herlezen? Misschien kon u er niet bij zijn en hebt u toch interesse voor de gedachten die Ronald ontwikkelde.
“Hoe kunt ge nu in godsnaam iemand straffen omdat hij niet goed genoeg en sjiek genoeg gekleed is voor een avondfeest van een huwelijk, nadat ge hem eerst samen met honderd anderen, zomaar uit de Abdijstraat hebt geplukt? Het is maar één van de onlogische dingen in deze parabel die als een vriendelijke uitnodiging begint, maar die verder vol onlogische elementen zit, tegensprekelijkheden, een gastheer die pootjes geeft en tegelijk klappen uitdeelt, zelfs een strafexpeditie stuurt om een stad plat te branden, genodigden die ongelooflijk onbeschoft reageren door zelfs de facteur te vermoorden die de uitnodiging brengt. Enfin. Er zijn leuker avondfeesten voor een huwelijk te bedenken.
De reden waarom dit verhaal zo onlogisch klinkt, is omdat Matteüs twee verhalen door elkaar heeft gebreid die op het eerste gezicht niks met mekaar te maken hebben. Het ene verhaal gaat over een feestmaal. De genodigden wilden niet komen. De vrome gelovigen, hun leiders, de priesters en theologen van Jezus’ tijd, laten het afweten als het aankomt op het doen van recht en gerechtigheid. Daarom nodigt Jezus de tollenaars aan tafel uit, de zondaars, de melaatsen en andere onreinen.
Het tweede verhaal heeft Jezus in een heel ander verband verteld. Het gaat over de eindevaluatie van een mensenleven. Jezus vertelt over een plechtig bruiloftsmaal waarop ook van de gasten iets verwacht wordt. Iedereen die er te gast is, moet aan bepaalde eisen voldoen. Wie bij God aan tafel wil, moet zich hullen in een mantel van barmhartigheid.
Matteüs knoopt deze twee vertellingen dus aan elkaar. Hij had daar zo zijn redenen voor, want zijn tijdgenoten dachten wat al te gemakkelijk dat ze in de prijzen gevallen waren; dat ze uitverkoren waren. “Zo gemakkelijk is het niet”, wil Matteüs zeggen. Je moet de gerechtigheid beoefenen. Het argument dat je van de straat geroepen bent, is geen vrijkaartje voor Gods koninkrijk. Op die manier knutselt Matteüs een nieuwe parabel in mekaar, die misschien ook voor ons actueel is als we door de onlogica heenkijken en to the point, de kern van het verhaal, komen: namelijk dat er een Heer is die een feest geeft waaraan iedereen mag deelnemen en die verwacht dat men daarvoor iets terugdoet, namelijk een feestkleed aantrekt.
Het woord feest is in de Bijbel altijd een heel intens gebeuren waar besef van diepte van leven mee gepaard gaat. Dat besef van diepte van leven op een feest wordt door de feestkleding uitgedrukt. We zeggen het ook zo in het Nederlands: we kleden ons om, we draaien ons in een totaal ander moment.
Die Heer geeft vandaag nog altijd een feest wanneer we eucharistie vieren en ik wil jullie danken dat jullie met velen op zijn uitnodiging zijn ingegaan. Maar de laatste tijd ziet ons feestkleed er maar belabberd uit. Het doet soms meer aan een rouwkleed denken. Met al wat er de laatste tijd in de media en rond de kerk gebeurd is, lijkt er maar weinig reden tot vieren. En misschien waren we al veel langer qua feeststemming in mineur, want er zijn alsmaar minder mensen die op die uitnodiging van de Heer ingaan. Op enkele uitzonderingen na zijn onze 17 gemeenschappen in de PE Damiaan groepjes geworden van 20 tot 30 mensen. En we vinden het met zijn allen jammer dat de evangelische boodschap over kwaliteit van leven velen van onze kinderen en kleinkinderen nog nauwelijks beroert. Onze eertijds zo drukbezochte en mooi versierde bruiloftszalen of kerken en kapellen, zijn met de jaren veel te grote en onbetaalbare ruimtes geworden waarin nog kleine groepen vieren, al hangt er soms hier en daar meer de geur van een koffietafel op een begrafenis dan van een uitbundige en zingende vreugde om de aanwezigheid van de Heer. Om daar toekomstgericht en verantwoord mee om te gaan, heeft het team van de PE Damiaan vorig jaar het zogenaamde Proces 23 opgestart. Dat proces heeft de bedoeling om het landschap van onze parochies op een realistische manier tegen het jaar 2033 te hervormen. Over 10 jaar zullen ikzelf en misschien ook wel anderen onder u wellicht aan een hemels bruiloftsmaal zitten en niet meer aan een aards, de meesten onder u hopelijk nog niet, maar dat neemt niet weg dat wij er met zijn allen nu al verantwoordelijk voor zijn om stapsgewijs een erfenis en een structuur achter te laten die leefbaar en op schaal is van de toekomstige generatie christenen. We zullen daarover met u allen in gesprek treden, maar wellicht komt het voorstel er in grote lijnen op neer dat er tussen dit en 3 jaar enkele parochies samengevoegd worden, andere parochies voor de komende tien jaren tot een grotere samenwerking worden uitgenodigd om uiteindelijk dan na tien jaar ook samengevoegd te worden zodat er in elk district één à twee kerken zullen zijn op maat van de reële christelijke gemeenschap. Kijk even in het rond en vraag jezelf of je ergens mensen ziet zitten met wie jij je over parochiegrenzen heen niet zou kunnen of willen verbinden om het feestmaal van de Heer opnieuw intenser en met meer vreugde dan vandaag te beleven.
En net zoals in het evangelie, zullen we in die tien jaar ook naar de kruispunten van de wegen moeten gaan en iedereen die we maar tegenkomen, anderstalige katholieken en andere christelijke gemeenschappen, net als alle andere mensen van goede wil, moeten uitnodigen om intenser met ons samen te werken.”
Ronald Sledsens