Enkele tijd geleden las ik in ‘Kerk en Leven’ een commentaar op een zondagsliturgie van Valérie Kabergs. Eenvoudig en aangrijpend! “Een kindje op de wereld zetten, is de grootste akte van geloof die er bestaat”, zei iemand me ooit toen ik bang was voor die stap om mama te worden. Het ontvangen van een kindje is nooit vanzelfsprekend … (en wellicht ook voor een vader niet). In zekere zin heeft God ook ‘een Kind op de wereld gezet!’ De evangelist Johannes zegt dat Hij zijn eniggeboren Zoon aan de wereld heeft gegeven.
Tijdens het weekend van 8-9 juni willen wij alle vaders in het licht plaatsen … of ze nu nog leven of reeds aan de andere oever zijn.
Ik laat hier dan ook een prachtige tekst volgen van de priester, schrijver en dichter Manu Verhulst. “De meester las de opstellen die hij zojuist had binnengekregen. Als opgave had hij gegeven: ‘mijn vader’.
Achter de taalfouten en de soms stuntelige zinnen, achter de rake opmerkingen en de veelzeggende uitroepingstekens-zonder-woorden zag hij ze allen even voor zijn geest komen. De vader die met zijn jongen elke dag het huiswerk overloopt en de vader die nooit thuis is.
De vader met de whiskyfles en de vader zonder werk, de vader op het sportveld en de vader in de rolstoel. De meester liet een ogenblik de velletjes rusten en ging voor het raam staan.
Hij was zelf één van die vele vaders, van die miljarden vaders.
Over heel de wereld, over alle continenten en tijden is ‘vader’ eenzelfde verhaal.
Ze zien hun kinderen geboren worden.
Ze worden erdoor beroerd tot in het diepste van hun gemoed en willen dat kind groot brengen. Het wordt hun vreugde en hun fierheid.
Daarom werken ze, als ze kunnen. Daarom vechten ze, als het moet.
Daarover dromen ze en daarom leven ze.
Sommigen zullen falen, zullen hun kind vergeten, het loslaten voor een illusie die voorbijgaat. Toch blijven ze vader, tegen wil en dank”.
Hebben we daarmee ook iets gezegd over de Vader in de hemel, de Vader van ons allen?
Voor het antwoord op deze vraag liet ik mij inspireren door de brochure bij Kerstmis 1998 van kardinaal Godfried Danneels (+).
Hij gaf deze als titel: “Noem niemand van u op aarde vader; gij hebt maar één Vader: de hemelse (Matt. 23,9).
Ja, er zijn ontelbare vaders op deze wereld. Maar…kunnen we naar hen kijken om een idee te hebben van onze hemelse Vader?
Daar rijst inderdaad een probleem op. Aardse vaders geven slechts gebroken en aangeslagen beelden van Gods vaderschap.
Al onze vaderbeelden zijn gekwetst en …de laatste tijd zelfs meer en meer.
Kijken we niet beter eerst naar God, onze Vader, om te vernemen hoe vaders op aarde zijn of zouden moeten zijn?
Want…”naar Hem wordt alle vaderschap op aarde genoemd” (Efeziërs 3,14)”.
Het is opvallend dat het woord ‘vader’ vandaag de dag een term is geworden die veel ladingen dekt.
Wie heet er allemaal vader? Of liever, wie speelt er allemaal deze rol in onze samenleving?
De ‘klassieke’ vader was vroeger de biologische vader, echtgenoot van de moeder, die ook in het levensonderhoud van het kind voorzag.
Dit ‘all-in’ pakket is vandaag soms helemaal uit elkaar gerukt. Ja, het vaderbegrip is uiteengespat, de vaderfunctie is verduisterd en soms ook helemaal verdwenen.
Maar, er moet toch ergens een èchte vader zijn?
Hoe zouden we anders kunnen weten wat aan onze eigen vaders ontbreekt? Wie is onze Vader? Alleen God kan ons dit openbaren omdat Hij alleen de taal bezit om over zichzelf te spreken. God is geen vader zoals de andere vaders.
Deze hebben nog een familienaam erbovenop.
Alleen God is Vader…zonder meer! Geen enkele mens ‘is’ vader of moeder.
Ze worden het op een bepaald moment.
God is Vader sinds altijd…Elk menselijk vaderschap is dus slechts een bleke afdruk van het unieke vaderschap van God.
In de kern dragen vaders iets onnoembaars, iets wat hen te boven gaat, iets van God zelf.
Je kan God ook noemen: een Vader met een moederschoot. De profeet Jesaja verwoordt het als volgt: “Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een liefhebbende moeder het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten, Ik vergeet U nooit!” (Jes. 49,15). Ja, om over God in zijn volle rijkdom te spreken, moeten we putten uit de dubbele woordenschat van mannelijk en vrouwelijk.
Elke vader mag ook in de spiegel kijken van Gods almacht. Een vader heeft ook macht en toont deze macht het meest door zich te ontfermen. Vaders zijn het krachtigst wanneer ze iets van Gods voorkeurliefde tonen voor het kleinste, het zwakste kind, het minderbegaafde en het zieke kind.
Elke vader die naar God kijkt, ziet ook meteen zijn grenzen: hij is beperkt en niet onuitputtelijk in liefde en geduld. Hij is maar een eindig mens en mààr een man. Zijn zorg is ‘mannelijk beperkt’, want hij is geen moeder. God is dit allebei!
Als wij God ‘Vader’ mogen noemen, dan noemen wij meteen elkaar ‘broers en zussen’. Alle mensen vormen één grote familie, hoezeer ze ook verschillen naar ras, taal, godsdienst en cultuur. God wil geen uniformiteit. Hij wil alle kleuren en niet alleen het universele grijs.
Als God Vader is van alle mensen zijn we zelfs broers en zussen van hen die langs andere wegen naar dezelfde God toegaan, langs andere kerken, belijdenissen en godsdiensten. Als de gezinstafel Gods tafel is, dan zijn ook andere kinderen die niet tot het gezin behoren er welkom.
De grote vraag is: met wie zitten we dan op vader-dag aan tafel? Met ons eigen gezin? Ja, maar ook met heel het gezin van God, onze Vader. Dan pas wordt vader-dag helemaal van vrede en vreugde vervuld!
Zuster Edith Provoost (Medezuster van zuster Rita).