Op zaterdagavond 19 april mochten we de paaswake vieren, het hoogtepunt van het liturgisch jaar. Met licht, luisteren naar Gods Woord, doopwater en brood en beker vierden we de overgang van duisternis naar licht, van dood naar leven.
De viering begon met de wijding van het vuur waaraan de nieuwe paaskaarsen werden aangestoken. Geleid door dit paaslicht trokken we als pelgrims van hoop de halfduistere kerk binnen en werd dit ‘Licht van Christus’ met dank- en lofliederen onthaald.
In meerdere Schriftlezingen vernamen we dat er bij God altijd leven te vinden is, in het begin en altijd door. Christus is uiteindelijk uit de doden opgestaan! Leven weerklonk in het luiden van de klokken en het zingen van het Alleluia.
Door onderdompeling van de nieuwe paaskaars in het water werd het water gewijd. We spraken opnieuw ons geloof uit en deden de hernieuwing van de doopbeloften. Met het nieuwgewijde water uit de doopvont tekenden de aanwezigen zich vervolgens met een kruisteken.