Geen godsdienst zonder het Woord van God. We luisteren naar het Woord van God, zoals we het horen voorlezen. We lezen in de Heilige Schrift, uit een oude of recente vertaling. Want God spreekt tot ons, zowel tot ieder van ons persoonlijk als tot ons allen samen. Daarom staat in elk religieus gebouw een boek (of een boekrol) centraal, of het nu de Thora is in een synagoge, de Bijbel in een kerkgebouw of de Koran in een moskee. Maar heeft godsdienst ook met ‘kijken’ en met zien’ te maken? Daarover bestaat minder overeenstemming.
Is God niet zo verheven en zo anders dat je Hem onmogelijk kan afbeelden? Is God niet per definitie onttrokken aan onze menselijke blik? “Niemand heeft ooit God gezien”, schrijft Johannes (1 Joh 4, 12). En maar goed ook! Tal van godsdiensten trekken hieruit een radicale conclusie: een principieel verbod op elke figuratieve religieuze kunst. Wel kunnen kleurvlakken, lijnen, letters of geometrische figuren een religieuze ruimte versieren, maar geen afbeeldingen van mensen, dieren of planten. Zelfs geen afbeelding van religieuze personen of gebeurtenissen. De eerste christenen waren niet ongevoelig voor dat argument. Het heeft lang geduurd vooraleer ze afbeeldingen van Jezus, van Bijbelse gebeurtenissen of van heilige personen durfden te maken. Pas vanaf de vierde eeuw kwam de christelijke kunst tot een eerste bloei.
In die overgang speelt de menswording van Gods Woord een belangrijke rol. Immers, zodra Jezus geboren is, komen de herders en de drie wijzen naar hem kijken. Jezus doet niets in het verborgene. Hij nodigt mensen uit om naar Hem te komen kijken. Ze mogen zien wat Hij doet, wie zijn leerlingen zijn, wie Hij geneest, wie Hij vergeeft, bij wie Hij binnen gaat en waar Hij bidt. We kunnen ons die taferelen levendig voorstellen. Telkens opnieuw hebben kunstenaars gezocht naar andere manieren om het leven van Jezus te verbeelden. Soms devoot, soms ruig. Van sobere romaanse glasramen tot barokke schilderijen. Op perkamenten manuscripten of stenen monumenten. Gods mensgeworden Woord mogen en kunnen we zien, met eigen ogen.
Vandaag kijken we vooral naar bewegende beelden. Wie iets religieus wil zien, begint zijn zoektocht op het internet. Je hoeft niet lang te zoeken naar een film, een reportage of een video over een religieus onderwerp. In zijn YouTube-reeks ‘Screensaver’ stelt pastoor Bart Paepen in tien tot vijftien minuten telkens een film of tv-serie voor waarin iets van de christelijke Blijde Boodschap vindbaar is. Soms gaat het over een expliciete aanwezigheid, vaker is de evangelische inhoud minder opvallend. Het aanbod is groter dan je denkt!
Nog dit. Christenen zijn ‘getuigen’, zeggen we. Getuigen van de Blijde Boodschap. Getuigen van de verrijzenis. Getuigen van Gods goedheid. Echter, om geloofwaardig te kunnen getuigen, moet je niet enkel iets gehoord maar ook iets gezien hebben. Het volstaat niet aan een rechter te zeggen dat je iets weet ‘van horen zeggen’. Neen, je moet zelf iets gezien hebben. Geldt dat ook voor geloofsgetuigen? Ik denk het wel. Je kan maar geloofwaardig spreken over wat je zelf hebt gezien. Iemand die je zelf hebt ontmoet. Iets wat je zelf hebt meegemaakt. Onze ogen doen ertoe. We zijn op ‘beeltenissen’ van God aangewezen.
+ Johan Bonny
Lees meer in ‘Relevant’.
Abonneren kan via abonnementen.relevant@kerknet.be. Info op www.relevant-bisdomantwerpen.be.
Een abonnement kost 25 euro. Een los nummer kost 10 euro.
Info op 03 202 84 30.