Een afspraak in de tuin? Dat had voor deze ‘even voorstellen’ zeker gekund want als ik op het afgesproken uur op het juiste adres in Haren aanbel, vertelt de dame des huizes mij: sorry, mijn man komt er direct aan maar hij zit nog in de tuin. En inderdaad, van in de veranda zie ik hoe mijn gesprekspartner van deze week met ferme pas en in overall komt aangestapt… Jean Van Hamme, een jonge zeventiger dacht ik, maar dat was een serieuze misvatting want een kwieke tachtiger staat mij te woord.
Is Haren jouw geboortedorp of ben je een inwijkeling?
Jean: ik ben inderdaad in Haren geboren, zelfs hier in deze straat. Met uitzondering van twee jaar in het begin van ons huwelijk, heb ik altijd in de Vliegveldstraat in Haren gewoond. Ook mijn beide ouders waren geboren en getogen Harenaars. Het waren witloofboeren. Zelfs mijn grootouders komen uit Haren. Enige uitzondering is mijn grootvader aan vaders zijde, hij kwam uit de wijk Helmet in Schaarbeek. Voor zover ik zelf al heb kunnen terugvinden gaat de geschiedenis van mijn familie in Haren terug tot de jaren 1870.
Heeft u veel herinneringen aan uw kindertijd in Haren?
Jean: Haren was natuurlijk helemaal anders dan vandaag. Ik ben hier naar de kribbe geweest, naar de katholieke lagere school in de jaren 1930 en 1940 (Jean is geboren in 1933). Samen met mijn één jaar jongere broer ben ik verschillende jaren misdienaar geweest in de Sint Elisabethkerk in Haren. Toen was er nog een pastoor én een onderpastoor. Alle dagen was er ’s morgens mis om 7 uur én om 7.30 uur. Wij dienden de mis de ene week om 7 uur en de andere week om halfacht. Alle dagen! Ik ben ook bij de Chiro geweest. Die heette toen nog ‘Jong Leven’ en was gestart door de onderpastoor, Leo Meusen. Later ben ik leider geworden van de jeugdbeweging.
Komt u uit een groot gezin?
Jean: ik heb twee broers en een zus. Ze zijn allemaal weg uit Haren maar mijn zus, die naar Zaventem is gaan wonen, is het langst in de activiteiten betrokken gebleven. Na mijn studietijd ben ik gaan werken in Sint-Lambrechts-Woluwe in het gemeentebestuur en ook in de avondschool. Door mijn drukke job kon ik tussen mijn 20 en 60 jaar niet deelnemen aan de activiteiten in Haren. Op mijn 60e mocht ik met pensioen en dankzij mijn zus ben ik vrij vlug lid geworden van de KWB in Haren.
Ik ben gehuwd in Haren. Mijn echtgenote woonde hier ook in de straat maar komt eigenlijk uit La Louvière. We hebben drie kinderen, twee meisjes en een jongen. Ze hebben in het Frans gestudeerd maar zijn vlot tweetalig. Alle drie staan ze achter het idee: hoe meer talenkennis, hoe beter. Ook onze zes kleinkinderen en achterkleinkinderen zijn tweetalig. We zijn ook altijd voorstander geweest van de jeugdbeweging. De chiro hier was Nederlandstalig en daarom gingen onze kinderen naar de Franstalige scouts in de O.L.Vrouwparochie in Evere.
Hoe is de buurt hier geëvolueerd?
Jean: toen ik kind was, was deze straat ongeveer 3 meter breed en gewoon een ‘veldstraat’. Het huis hier rechtover was het laatste huis in de straat, de rest was veld. Er stonden maar enkele straten, riolering was er nog niet. Nu is de straat volgebouwd. Haren was ook vroeger al verdeeld in wijken: het centrum, Haren Noord, het Kamp, de Kassei… in iedere wijk was er vroeger een kermis. Op het kruispunt met de steenweg waren vroeger drie cafés, er was hier ook een kruidenier en een bakker. Een aantal huizen op de Haachtsesteenweg zijn afgebroken voor de uitbreiding van het vliegveld, eerst in 1914-1918 door de Duitsers, later nog eens in 1940-45. Hier stonden toen vier à vijf huizen, het waren allemaal groentenboeren, vooral telers van witloof. Die witloofteelt is begonnen in Evere, later opgeschoven naar Haren, nu is het meer in de buurt van Kampenhout. In de jaren dertig is de spoorweg in Haren uitgebreid en zijn er nieuwe fabrieken gekomen. Toen zijn er veel nieuwe inwoners in Haren gekomen, vooral arbeiders.
Heeft u zelf ook in de witloofteelt gewerkt?
Jean: in mijn tienertijd was er geen sprake van vakantie. Tijdens de schoolvakantie hielpen mijn broer en ik in de witloofteelt. Toen ik met pensioen ging, zei mijn vader: ik heb mijn hele leven in het witloof gewerkt en nu moet ik zelf witloof gaan kopen! Daarom ben ik na mijn pensionering begonnen met witloof te telen. Ik kon gebruik maken van alle kennis en materiaal van mijn vader. Voor witloof is er het jaar rond werk te doen: zaaien in de lente, onderhouden in de zomer, de cichoreiwortels oogsten in de herfst en dan het witloof uithalen in de winter. Alles ging toen met de hand. Nu is er een hele evolutie natuurlijk. Maar jarenlang heb ik groenten gekweekt voor de hele familie. Sinds ik tachtig ben geworden, heb ik dat wat afgebouwd maar ik heb nog twee kleine serres en bewerk nu nog ongeveer 2 are grond.
En het verenigingsleven in Haren?
Jean: ik zit nu mee in het organiserend comité van de KWB maar ik ben geen voortrekker. Dat laat ik aan anderen over, vooral de gebroeders Coenen. Veel oud-Harenaars die naar de omliggende gemeenten zijn verhuisd, blijven naar de activiteiten in Haren komen. Dat is een overwinning voor de organisatoren. Naast de KWB, neem ik maandelijks ook deel aan wandelingen van een wandelclub uit Sint-Lambrechts-Woluwe. Maar het grootste deel van mijn tijd gaat nog altijd naar mijn tuin. Dat heeft de overgang van werken naar pensionering vergemakkelijkt.
Hoe ziet u de toekomst van Haren?
Jean: het ‘Vlaamse’ Haren verdwijnt. Veel Vlamingen trekken weg en er komen mensen met verschillende nationaliteiten wonen. Zij nemen geen deel aan het plaatselijke verenigingsleven. Het dorpsleven sterft uit. Maar de KWB werkt nog altijd heel goed, ook Femma en Okra. In onze parochie mis ik onze vroeger pastoor Bernard Lenaerts. In zijn tijd was de zondagsmis een echt ontmoetingsmoment. Om gezondheidsredenen is Bernard moeten stoppen maar we blijven contact houden.
Beste mr. Van Hamme, van harte dank voor uw verhaal, geniet van de uitstappen en activiteiten van de KWB en geniet vooral van uw tuin en uw familie!
Ria V.A.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.