Sint-Elisabethstraat 1, 1130 Haren
De Sint-Elisabethkerk te Haren.
Gelegen tussen de Zenne en de oude heirbaan van Brussel naar Keulen is de Sint-Elisabethkerk de enige getuige die er in Haren overblijft van de vroege middeleeuwen.
De oorspronkelijke beschermheilige was ongetwijfeld Johannes De Doper.
In de late middeleeuwen kwam de Heilige Elisabeth van Hongarije mee op de voorgrond. Het altaar in een zijbeuk (waarin een groot schilderij opgenomen is) en een antieke reliekhouder uit hout en verguld stucwerk zijn aan haar gewijd.
Oorspronkelijk was de kerk een romaanse rechthoekige verdedigingstoren van 9 X 7,80 meter met 80 cm dikke muren. De aanvang van de bouw is gesitueerd rond 1122. (Samen met de kerk aan de overzijde van de Zenne in Neder-Over-Heembeek).
De afmetingen van de massieve muren vindt men achteraan in de kerk nog terug daar ze opgenomen zijn in de kolommen die de toren torsen.
Ongeveer om de eeuw werd de kerk vergroot.
In de XIVe eeuw werd de noordermuur uitgebroken en werd het gedeelte met het O.L.Vrouw-altaar bijgebouwd, in de XVe eeuw volgde het koor , in de XVIe eeuw de Sint-Elisabethvleugel , in de XVIIe eeuw werd de huidige spitse toren gebouwd en de ruimte van de kerk die nu de ingang vormt. In de XVIIIe eeuw tenslotte werden de oude sacristie en de arduinen ingangspoort toegevoegd.
In de XXe eeuw ( 1955) werd de kerk grondig gerestaureerd. Bovenop de gewelven werd o.a een betonnen dal gegoten en werd de huidige sacristie bijgebouwd.
Rond 1600 vernielde een brand het - toen nog vlakke - dak van de kerk. Albrecht en Isabella, door Filips II van Spanje aangesteld om onze contreien te besturen hadden na jaren strijd de Geuzen in Oostende verslagen. Uit dankbaarheid bouwden zij de basiliek van Scherpenheuvel en betaalden zij het hout nodig voor de bouw van - de nog steeds bestaande - spitse toren. Bovendien schonken zij ook twee klokken. (Een document verwijst naar een bestelling, in 1601, bij de Mechelse klokkengieters Van Den Ghein).
Spijtig werden deze klokken tijdens de tweede wereldoorlog door de Duitsers uit de toren gehaald om tot kanonnen te worden hersmolten.
Begin 1900 werden er plannen gemaakt om de kerk nogmaals te vergroten. Door het uitbreken van de oorlog bleef alles echter bij het oude.
Zoals hoger gezegd werd de kerk voor het eerst gerestaureerd in 1955. Groot was toen de verwondering toen er vanonder de witte kalklaag prachtige muur- en plafondschilderingen en gebeeldhouwde sluitstenen van de gewelven te voorschijn kwamen. Het oudste (en enig fresco) is de heilige Gerardus van Czanad. Dit dateert, samen met de polychromie rond de sluitstenen aan de Mariakapel van begin 15de eeuw. De renaissanceboeketten op de plafonds zijn muurschilderingen en zijn 16de eeuws ; De 4 evangelisten op de kolommen, de boodschap van de engel Gabriël aan Maria aan weerszijden van het koor en de andere muurschilderingen dateren uit de 17de eeuw.
Een tweede restauratie vond plaats in 1999. Deze bestond er voornamelijk in om vroegere foutieve restauratietechnieken te corrigeren en de hinderlijke en vervuilde vernislagen te verwijderen
Wat de kerk verder mooi en heel gezellig maakt zijn de mooi bewerkte lambrisering en de prachtige uit hout gesneden communiebank (1728), de preekstoel (1728) en natuurlijk het orgel.
Dit orgel werd in 1773 gebouwd door de bekende familie Rochet uit Nijvel. Het geldt voor kenners als een van de mooiste antieke orgels in het Brussels Gewest. De kerkraad onderzoekt momenteel , samen met de Stad Brussel (die eigenares is van de kerk) en het Brussels Gewest de mogelijkheid om het orgel te restaureren.
Al dit houtwerk werd, samen met enkele mooie schilderijen, ongetwijfeld aan de kerk geschonken door de adellijke families die vroeger in een van de drie kastelen die Haren rijk was, verbleven.
Dat de kerk momenteel zo aantrekkelijk is komt zeker ook omdat de (aartslelijke) gasbranders die aan het plafond hingen om de kerk te verwarmen verwijderd zijn. Een verwarmingsinstallatie - deels opgesteld op het zolderverdiep en deels aan de ingang van de kerk -, zorgt er nu voor dat alle diensten in de beste omstandigheden kunnen plaats vinden.
Spijtig dat, om veiligheidsredenen, zo een mooie gebedsruimte niet permanent voor gelovigen, of bewonderaars, kan opengesteld worden.
Paul Vanden branden