Het dramaspel
Het was de Lichtbrenger die als eerste aan het woord kwam. Ze stond een eind achter de kribbe, haar handen in een hoog gebaar. Ze wilde aan eenieder duidelijk maken dat Licht met bewustzijn, met inzicht had te maken, met iets ongezien, dat we misschien toch konden begrijpen. Iets boven het concrete gebeuren. Die woorden klonken te groot als begin, en bleven als het ware kleven aan de TL-lampen van de parochiezaal.
Aan een uiterste rand repliceerde een herder schuchter dat het Licht hem meestal innerlijk vergezelde. Hij bleef echter graag ver van deze groep en de opgezette viering. Met zijn schapen en zijn eenzaamheid als mantel trok hij liever alleen verder.
De ezel kwam hevig uit zijn kot. De kerststal lag in puin. De lucht stonk naar lijken, het gezang van engelen verstomde door een indringend geschreeuw van ontreddering, de sterren trokken zich terug achter het vuur van bommen en onbeschaamde schutters. Herders zochten naar water en etensresten voor hun kudde. De weiden waren al lang verwaterd tot modderpoelen. Er was geen licht, enkel gruwel en verschrikking. Hij voelde zich machteloos. Deze woorden priemden door elk van ons. Namen lucht weg.
Een reiziger uit Frankrijk verlangde vurig Franciscus te zien. Hij had er zoveel goeds over gehoord, en wou nu die heilige man met zijn eigen ogen zien. Hij vertelde hoe hij tijdens zijn reis veel gedeeld had met arme kinderen. Misschien was die reiziger zonder te beseffen, al een volgeling, en had hij Franciscus tegenwoordigheid niet meer nodig?
De moslima en de Jood kwamen uit nieuwsgierigheid naar deze ‘rare’ viering en bleven op afstand toekijken. Hun familie, tradities en wetten als houvast was hen genoeg. Met dit kerstekind kon het immers alle kanten opgaan.
Een vrouw met een brede glimlach en blozende wangen, had een visioen over het kind Jezus dat eerst dood in haar armen lag, maar door Franciscus tot leven werd gewekt (in die droom). Zij straalde vreugde uit. Hoe kon ze dat in deze beklemmende sfeer? Hoe moedig moest ze zijn? Of overstroomde die vreugde ook bij haar, zoals bij Franciscus? Een vreugde uit een goddelijke bodemloze grond? Ook gestorven kinderen zou ze neerleggen in de kribbe. Alsof dood en leven daar in het midden één zouden zijn.
Nog omstaanders droomden dat het dode kind voor hun kinderen en kleinkinderen tot leven zou komen (zoals het die man uit het verhaal overkomen was, dankzij de tussenkomst van Franciscus). Het gebeuren in Bethlehem moest voor hun nazaten betekenis krijgen. Alsof het kerstverhaal maar misschien ook het hele evangelie gered moest worden als een levendig testament. Een vrouw had hiervoor haar acht kinderen mee. Hun bezorgdheid bleef in ons midden hangen.
Een boer had de os tot bij de kribbe gebracht op vraag van de graaf van Greccio. Dat had hem veel tijd gekost. ‘De mensen hier weten niet wat het is, de grond te moeten bewerken en elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat paraat te staan voor de dieren. Zij kunnen hun tijd hier verdoen met naar Franciscus te luisteren. Voor mij ligt het goddelijke in mijn dagelijks wroeten in de aarde en mijn zorg voor mijn dieren.’ Zou hij wachten op zijn os? Of terug naar huis gaan? Hij bleef staan. Ook de herder. De ezel warmde de kribbe op door een hopeloos gezucht. Zijn ezelbroeder kon hem niet bewegen tot andere gedachten.
Het verhaal gaat verder onder de foto.