Daarvoor moest hij wel de aardse logica achter zich laten die de wereld van zijn tijd – en ook die van vandaag – zo verdeelt. Franciscus was een scherpzinnige waarnemer en ontwaarde bezitsdrang als de dieperliggende oorzaak van al het geweld in zijn tijd. Vanaf het moment dat we iets willen bezitten, ons iets of iemand willen toe-eigenen, komen we in conflict met de ander die vaak net hetzelfde wil als wij.
Wat wil een mens zoal ‘bezitten’ of ‘hebben’? Voor Franciscus ging het dan niet alleen om een huis, voedsel en geld, … maar ook om de macht, het respect of het aanzien die bij een functie of positie horen en zelfs om het eigen gelijk. Door te kiezen voor een leven in armoede wilde hij die vicieuze cirkel van bezit en geweld radicaal doorbreken. In onze samenleving waar de dingen met één muisklik voorhanden zijn is het goed om ons de vraag te stellen:
Kan ik het aan om ‘niet te hebben’?
In zijn wijsheidsspreuken houdt Franciscus ons ook die spiegel voor. Hij verwijst naar de bergrede: “Zalig wie vredelievend zijn, zij zullen kinderen van God genoemd worden.” Dan gaat hij verder dat we niet kunnen weten over hoeveel geduld en nederigheid we beschikken zolang alles goed gaat. Dat ontdekken we pas als niet aan onze wensen wordt voldaan. Hoeveel nederigheid en geduld heb je dan?
Franciscus maakt ons gaandeweg duidelijk dat we slechts mensen zijn. Als we beproefd worden, als we niet vervuld zijn, ervaren we aan den lijve hoe moeilijk het is om de vrede te bewaren. Eigenlijk kan de mens die zelfs niet op zichzelf ‘verwerven’: de vrede is een gave van God. Door zich te ont-eigenen en alsmaar minder te ‘hebben’, toonde Franciscus ons de weg naar hoe we terug de mens kunnen worden zoals God die heeft bedoeld.
De mens in zijn essentie is schepsel en net als alle andere schepselen ten diepste gewild en bemind door God, de Schepper, de barmhartige Vader en Bron van alle goeds. Franciscus wilde louter leven vanuit wat God hem gaf, dankbaar én met vertrouwen. En alles wat hij ontving wilde hij broederlijk delen met heel de schepping. Hij verlangde om vrede te kunnen hebben met wat hem ontbrak, ook al kostte hem dat soms wat moeite en tijd. Op die momenten bleef hij tot God bidden en smeken dat God hem de weg naar vrede zou tonen.
Wie niets meer heeft om zich aan vast te klampen, vindt enkel nog bij God toevlucht. Dat is ook wat ik opmerk bij de Syriërs die mijn pad kruisten. Hun geloof en hun overgave aan God doen me vaak versteld staan. Jacques Mourad, aartsbisschop van Homs, Hama en Nebek in Syrië die onlangs te gast was in ons land, verwoordde het als volgt:
“Ondanks het kwaad van elke dag houdt de kracht van het geloof ons overeind. Het is een gave van God en onze enige bron van hoop. In een wereld die zich meer en meer verliest in geweld, richt het geloof onze blik op de heropstanding, op het door God aan ons beloofde Koninkrijk.”
Door zich kwetsbaar en behoeftig tot God te richten goed beseffende dat alle heil, alle ‘heelheid’, alle ‘volheid’ – en dus – de ‘vrede’ van Hem komt, stelt Franciscus zich open en ontvankelijk op. Hij is in staat om te luisteren naar de noden van de ander met wie hij zich broederlijk verbonden weet én naar de stem van God die uitnodigt tot geweldloosheid en naastenliefde.
Door ons mens-zijn door Gods Volmaaktheid te laten vervullen worden ook wij vol(ge)maakt!
Zo vinden we vrede… Een stukje vrede kan ik dus niet zomaar uit mezelf zijn, het wordt me gegeven. Ik kan alleen maar proberen om mijn eigen ‘willen’ en ‘verlangen’ zoveel mogelijk opzij te zetten om luisterend en zusterlijk al wie mijn weg kruist nabij te zijn. Met – net als Franciscus – voor iedereen maar één wens: “De Heer geve u vrede!”
- Op zaterdag 16 maart verdiepen we ons samen in de vredesspiritualiteit van Franciscus in het Kapucijnenklooster in Antwerpen tijdens de Vredesdialoogdag van TAU en KaVIS. Welkom!
- Welkom elke eerste maandag van de maand om 18u in de Kapucijnenkerk in Antwerpen voor het franciscaans vredesgebed.