Liefst 900.000 vluchtelingen en migranten stroomden dit jaar al over de Middellandse Zee Europa binnen. De helft is afkomstig uit Syrië, een vijfde uit Afghanistan. Irak, Eritrea, Pakistan, Nigeria, Somalië, Sudan, Gambia en Mali vervolledigen, in die volgorde, de intrieste “top tien”. 3.500 mensen vonden vermoedelijk de dood of zijn vermist. Ter vergelijking: in heel 2014 zochten zo’n 216.000 mensen langs de mediterrane wateren hun heil op ons continent en de jaren ervoor gemiddeld om en bij de 60.000. De cijfers komen van de UNHCR, het Hoge VN-Commissariaat voor de Vluchtelingen, dat op zijn website pijnlijk nauwkeurig die en andere veelzeggende statistieken bijhoudt.
Ook nu het winter wordt, en tegen de voorspellingen in, droogt die mensenstroom niet op. Hoe kan het ook anders? De eindeloze ellende in de landen van herkomst verergert slechts. Tegelijk worden nog meer staten, of wat daar van overblijft, in de uitzichtloze geweldspiraal meegezogen. Zo is er Jemen, waar Saudi-Arabië en Iran een bittere strijd uitvechten en al-Qaeda met de dag terrein verovert. Zo is er Egypte, waar de terroristische aanslagen steeds driester worden. Zo is er Libië, waar enkele duizenden strijders van het Kalifaat oprukken en onder meer de belangrijke havenstad Sirte innamen, luchthaven en legerbasis incluis.
Zestig miljoen vluchtelingen telt de wereld, een sinds de Tweede Wereldoorlog ongezien aantal. Niemand schijnt nog te weten hoe de waanzin kan worden gestopt van de talloze brandhaarden die eraan ten grondslag liggen en de gruwelijke misdaden die er worden gepleegd. Internationale instellingen kijken vooral machteloos toe. Eind oktober deden VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon en de voorzitter van het Internationale Comité van het Rode Kruis, Peter Maurer, een felle oproep om eindelijk de hand aan de ploeg te slaan. “In het aanzien van zoveel onmenselijkheid reageert de wereld met een schokkende lamheid. De internationale gemeenschap moet haar verplichtingen krachtens het internationaal humanitair recht nakomen”, hekelde Ban Ki-moon scherp. “Zelden hebben we zoveel mensen op de vlucht, zoveel instabiliteit en zoveel leed gezien”, voegde Maurer er niet mis te verstaan aan toe. Hun woorden werden nauwelijks in de media opgepikt. In De Groene Amsterdammer besloot de gezaghebbende columnist Henk Hofland bitter dat er geen organisatie, partij of politicus meer rest die een geloofwaardige belofte doet om onze orde te herstellen. De 88-jarige Hofland heeft nochtans in zijn rijke journalistieke loopbaan al heel wat meegemaakt. Maar geef hem eens ongelijk.
Gisteren was het dag op dag een eeuw geleden dat John McCrae, de Canadese arts en militair in de Ieperse loopgraven, zijn wereldberoemde In Flanders Fields voor het eerst publiceerde. Het gedicht groeide uit tot dé herdenkingstekst van de Groote Oorlog. Ook gisteren begon, met het openen van de Heilige Deur in de Sint-Pietersbasiliek in Rome, voor de katholieke kerk een buitengewoon Jubeljaar. Paus Franciscus wil er met nadruk een jaar van de barmhartigheid van maken. “In een wereld getekend door wreedheid hebben we zo’n behoefte aan tederheid, ook in de kerk”, lichtte hij vorige week zijn bedoeling nogmaals toe. Die keuze mag profetisch worden genoemd in een tijd waarin mensen in nood snel worden versleten als profiteurs, en fundamentele rechten zoals veiligheid, een dak boven het hoofd, menswaardig werk of degelijk onderwijs steeds meer in de eerste plaats worden beschouwd als rechten voor de eigen kleine kring. Echte tederheid is een van de beste remedies tegen de zelfzucht en alle onheil dat daaruit voortvloeit. Ze doet muren, hekkens en alle andere grenzen en harnassen waarachter we ons zo vaak verschansen voor het appel van de naaste, smelten als sneeuw voor de zon. Tederheid is de naam van de God van de christenen, die als een kerstekind de mensheid tegemoet komt, altijd opnieuw.
Uw reacties zijn welkom op geert.dekerpel@tertio.be
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.