De recente spanningen tussen Griekenland en Turkije herinneren nog maar eens aan hun bijna honderd jaar oude vete. Die laat zich in het bijzonder voelen in Thracië. De boedelscheiding tussen beide landen heeft er een complexe etnische puzzel nagelaten. Dat samenleven tussen de verschillende bevolkingsgroepen in het noordoosten van Griekenland loopt niet altijd even vlot. Geschiedenis verteert immers erg moeizaam. Tertio trok op reportage.
Thracië is een regio waar de ethische diversiteit van het Ottomaanse Rijk de turbulente twintigste eeuw overleefd heeft. Of deels toch. Thracië was – en is – een kruispunt tussen oost en west. Dat is niet altijd een zegen voor de regio gebleken. Toen het Ottomaanse Rijk begon af te brokkelen, ging het gebied meermaals over in andere handen. Uiteindelijk verdeelde het Verdrag van Lausanne (1923) Thracië tussen de drie nieuwe natiestaten. Dat verdrag maakte een einde aan de Grieks-Turkse oorlog die woedde van 1919 tot 1922. Het bepaalde dat Griekenland en Turkije de Grieks-orthodoxen uit Turkije en de moslims uit Griekenland zouden “uitwisselen”; een eufemisme voor de gedwongen deportatie van twee miljoen mensen.
“De Griekse staat heeft zijn rol als overheid voor iedereen niet goed vervuld. Als mensen zich op hun plaats zouden voelen in de Griekse samenleving zouden ze zich niet laten manipuleren door figuren met een nationalistische agenda.” Er is nood aan een meer volwassen kijk op identiteit, aan beide zijden, vindt Asli, een medewerkster aan het Kespem-project van de Griekse overheid dat aan kwaliteitsvol tweetalig onderwijs timmert. “We lijken net kinderen uit een heftige echtscheiding. We zoeken naar erkenning. Dat is al bijna honderd jaar zo, en dat is ondertussen wel genoeg.”
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.