Werkvorm: Stellingen over bidden
TOELICHTING VOOR DE BEGELEIDER
Spreken over bidden is voor vele mensen niet gemakkelijk. Sommigen vinden het te persoonlijk of te moeilijk om over bidden te spreken, anderen zijn er helemaal niet vertrouwd mee, nog anderen hebben er nog nooit met hun partner over gesproken, …
Om de koppels woorden aan te reiken om over bidden te spreken, kan gewerkt worden met een aantal stellingen over bidden. Alle deelnemers kunnen er individueel enkele uitkiezen die het best aansluiten bij hun beleving, die hen op de een of andere manier raken en aanspreken of die hen vreemd zijn en waarin ze zich niet herkennen. De stellingen zijn een goede aanzet om de verloofden met elkaar in gesprek te laten gaan over bidden (binnen het koppel).
Je kunt deze werkvorm ook inleiden met een persoonlijk getuigenis (van één van de begeleiders). Persoonlijke getuigenissen – waarin ook moeilijkheden verwoord worden – spreken meestal erg aan.
Praktische uitwerking:
- Werkblad voor de deelnemers: Stellingen over bidden
- Eventueel: een kopie van het persoonlijke getuigenis voor elke deelnemer, zodat iedereen kan aanduiden wat hem of haar hierin aanspreekt of waar hij of zij vragen bij heeft.
WERKVORM: STELLINGEN OVER BIDDEN
Hieronder vind je een aantal uitspraken en stellingen rond bidden.
Je kunt er enkele uitkiezen die het best aansluiten bij je beleving, die je op een of andere manier raken en aanspreken of die je eerder vreemd zijn en waarin je je niet herkent. Laat ze een aanleiding zijn om met elkaar te spreken over de plaats en betekenis van het gebed in je leven of over de afwezigheid ervan, over je verlangens en je moeilijkheden hierbij.
- Bij mij thuis is (was) het niet de gewoonte om te bidden. Ik vind dat niet erg. Maar soms bid ik wel eens. Dan vraag ik iets aan God.
- Bij mij thuis bidden (baden) we op vaste momenten samen, aan tafel en voor het slapengaan. Ik vind dat een goede gewoonte.
- Ik bid wel eens, maar ik weet niet of God naar me luistert. Ik merk er niet veel van.
- Ik bid nooit. Ik heb het nooit geleerd.
- Ik bid bijna altijd met een Bijbeltekst. Ik neem de evangelielezing van de dag en probeer me dan te concentreren op wat God me wil zeggen. Te weten dat zoveel mensen over de hele wereld dezelfde teksten lezen, dat doet me iets. Het schept verbondenheid.
- Meestal bid ik 's avonds in mijn bed. Dan vertel ik God hoe mijn dag geweest is. Ik dank God dan voor de fijne dingen die ik meegemaakt hebt of voor de mensen die ik ontmoet heb. Of ik vraag hem om kracht wanneer ik het moeilijk heb.
- Ik kan mij niets bij bidden voorstellen. Ik heb er ook geen behoefte aan.
- Ik bid vooral op momenten dat ik verdrietig ben of zorgen heb. Op de een of andere manier krijg ik dan het gevoel dat ik begrepen word, al kan ik niet precies uitleggen hoe.
- Thuis bid ik nooit, maar in de kerk wel. Ik vind het veel gemakkelijker om samen met anderen te bidden en te zingen.
- Het gebed wordt steeds belangrijker in mijn leven. Bidden is voor mij spreken met God, en ook luisteren naar God. Het is zoals zitten op een bankje in de zon, en je hart laten verwarmen.
- Ik zou wel willen bidden, maar ik weet niet hoe. Ik vraag me af hoe je merkt dat God luistert en je antwoord geeft.
- Als ik gestresseerd ben of als er mij iets dwarszit, dan word ik rustig wanneer ik begin te bidden. Het is dan precies alsof ik niet meer alleen ben met mijn problemen en zorgen.
- Bidden is voor mij vooral danken.
- Ik kan niet goed met eigen woorden bidden. Daarom bid ik meestal een Onzevader of een Weesgegroet.
- Ik bid niet veel. Maar ik betrap er mezelf wel op dat ik af en toe een schietgebedje zeg.
- Ik bid als ik een kaarsje laat branden voor iemand.
- Ik heb geen tijd om te bidden. Ik heb altijd andere dingen te doen.
- Als je van iemand houdt, dan ben je graag bij die persoon. Dan maak je tijd voor elkaar, want je wilt graag samen zijn. Zo is het ook met God. Tijd voor God maken … dat is voor mij bidden.
- Het aframmelen van gebedjes vind ik maar niets. Daar knap ik op af.
- Bidden verandert mensen, en mensen veranderen de wereld. Het is waar, denk ik.
- Ik denk veel over mijn leven na, over wat goed is en over wat moet veranderen … Maar ik weet niet of dat wel bidden is.
- Mijn oma zegt altijd 'Ik zal voor je bidden' of 'Ik zal een kaarsje voor je laten branden'. Ik vind dat wel fijn, omdat ik weet dan ze dan aan mij denkt en mij steunt. Maar ik vraag me wel af of het helpt. Ik denk dat het vooral psychologisch is.
- ...
Bronvermelding: Naar de gelijknamige werkvorm in de werkmap ‘Ik wil je liefhebben en waarderen al de dagen van mijn leven’