Diaconie, dienstbaarheid naar de meest kwetsbare mensen toe, lijkt soms wel het kleine broertje binnen de pastorale domeinen van onze geloofsgemeenschappen, pastorale zones en federaties. Voortdurend klinkt de vraag: Hoe kunnen wij als gelovige gemeenschap iets betekenen voor wie Jezus ‘de minsten van de Mijnen’ noemt? Lukt dat ons wel? We zijn met zo weinig?
We mogen niet vergeten hoe evangeliserend onze diaconie kan zijn. Het werd in de viering ten overvloede gezongen ‘Ubi caritas, Deus ibi est’. Waar naastenliefde gebeurt, daar is God aanwezig. Het dankfeest van het Vicariaat Vlaams-Brabant/Mechelen in de Pastorale Regio liet dit vermoeden. Sterke getuigenissen op verscheidene terreinen en de aanwezigheid van 200 vrijwilligers beklemtoonden dit. De viering in de Sint-Lambertuskerk van Heverlee en het tuinfeest in de tuin van het Regiohuis weerspiegelden de vreugde en dankbaarheid die vrijwilligers aan hun engagement beleven. Zelfs een paraplu speelt een blije en dankbare rol binnen dit feestgebeuren.
Een feest, ook een christelijke viering, begint bij welkom geheten worden. Bisschop Koen Vanhoutte en deken Patrick schudden vele handjes, ook al stonden zij niet op een lijst voor de verkiezingen. Soms een vlugge groet gezien de toeloop, een lach bij een blij weerzien, al even horen van waar mensen komen en wat hen bezig houdt. Zo zou het elke keer aan de kerkdeur kunnen gebeuren. Het werd een gebedsdienst met sterke momenten vanaf het begin van de viering. Het was de laatste dag van de meimaand. We brachten Maria hulde met de litanie van Onze-Lieve-Vrouw van Steenbergen van Luk Bouckaert en elke aanwezige brandde een kaarsje voor iemand voor wie hij of zij er mag zijn. We brachten een hele stoet van mensen voor Maria: geliefde overledenen, zwaar zieken uit eigen kring, vluchtelingen, geïnterneerden, mensen met een beperking, asielzoekers, slachtoffers van oorlog, vereenzaamden thuis of in een woon- en zorgcentrum, mensen geplaagd door hongersnood of klimaatopwarming, mensen dichtbij en mensen veraf…. Maria trekt ze allemaal tot zich in haar Magnificat en vertrouwt ze eveneens toe aan een liefdevolle Vader die recht doet aan de ‘ontrechten’.
IJzersterke getuigenissen
De viering kreeg nog meer pit met enthousiast gezang en virtuoos orgelspel. Hoe doe je dat: ‘Mens voor de mensen zijn?’ Het lied vertelt het al zelf. Maar vier getuigenissen brachten ons nog meer naar de essentie van christelijke diaconie. Anne Caluwé uit Haacht vertelde hoe ze zelf als jonge weduwe troost vond in de woorden die in de uitvaart van de liefde van haar leven uitgesproken werden. “Ondanks het verdriet werd ik tijdens de uitvaart sterk geraakt door troostende woorden, woorden van geloof, hoop en ja, zeer sterk ook woorden van Gods liefde. Woorden van Blijvende Verbondenheid!” Ze is nu zelf gebedsleider bij uitvaarten en gaat rouwenden bezoeken, niet alleen op het moment zelf, maar ook vaak maanden later. Danielle Opdebeeck uit Keerbergen vertelde dan weer hoe zij met een parochiale werkgroep de verbondenheid met parochianen die noodgedwongen naar een woon- en zorgcentrum moeten verhuizen levend houdt. “Wij vinden dat zij het contact met onze parochie niet mogen verliezen en er moeten blijven bij horen. Als zij niet meer kunnen komen, gaan wij naar hen toe! Deed Jezus dat ook niet? Naar de zwaksten en de meest uitgestotenen stappen om hen te bemoedigen en hen er laten bij te horen?”
Raymond vertelde over zijn inzet in de Welzijnsschakel Halfweg, een voedselbank die in de schoot van de parochiefederatie Herent ontstond. “Wekelijks ontvangen we zo’n tachtigtal behoeftige gezinnen en alleenstaanden. Waarom doe ik dat? Ik vind het normaal dat ik mijn naaste help, want er staat geschreven ‘wat je aan de minsten onder ons hebt gedaan, heb je voor mij gedaan’.” En tenslotte vertelde Thierry Van Craenem over de jarenlange traditie van diaconale acties van de Sint-Franciscusparochie van Heverlee/Kessel-Lo. “In 2019 kreeg de parochie een nieuwe vraag van een straathoekwerker van het CAW waarmee er een goed contact is. De problematiek van daklozen werd meer en meer zichtbaar. De stad Leuven bood ruimte aan twaalf mensen om de nacht door te brengen in de wintermaanden. Ze verzekerden dan een warme maaltijd ’s avonds, maar niet in de kerstvakantie. Een concrete vraag werd gesteld: of onze parochie daarvoor kon zorgen? En het is voor dit laatste dat de Franciscusparochie dit jaar de Damiaanprijs wint. Al 5 jaar proberen wij in de donkere tijden van het jaar (dat wil zeggen van november tot april) wat licht te brengen voor mensen in kwetsbare situaties. Wat eerst koken was voor 8 dagen achter elkaar tijdens de feestdagen werd al snel 2 keer 12 warme maaltijden koken voor tijdens de weekends. Ieder betaalt zelf de onkosten voor het eten dat ze koken.”
Angèle en Angelo
Bisschop Koen hoefde hier niet veel meer bij te vertellen. Het evangelie over het ‘Laatste Oordeel’, ons uiteindelijk examen wanneer we voor de Heer staan, sprak voor zich. Hij legde er enkel nog het getuigenis van Angèle naast, een vrouw uit zijn eigen dorp waarop vele mensen konden rekenen wanneer zij in nood zaten. Angèle betekent ‘engel’. Bisschop Koen dankte de vele Angèles en Angelo’s waarmee de kerk gevuld was, om hun engagement en getuigenis. Zij zijn hoop voor deze wereld. En het was inderdaad waar. We hadden er nog tientallen getuigenissen naast kunnen leggen van Samana-werkingen, vrijwilligers die al tientallen jaren solidaire maaltijden bereiden ten voordele van Broederlijk Delen, koffiestops organiseren voor Welzijnszorg, vluchtelingengezinnen in een woning van parochie of kerkfabriek opvangen, te voet of met de fiets honderden kilometers afleggen Dwars door de Boerenbuiten of Dwars door Vlaanderen om Broederlijk Delen te sponsoren, achter de bar staan in een WZC, hulpgoederen verzamelen voor Oekraïne en ze tot de grens brengen, inzamelacties voor voedselbanken of sociale restaurants houden, kleding verzamelen voor het vroegere Wereldmissiehulp, nu We make hope WMH, plastieken stoppen verzamelen om blindengeleidehonden te sponsoren… “Waar hebben we U dorstig gezien? Hongerig? Naakt? Als vluchteling? In de gevangenis? Ziek?” Dat zijn geen fictieve vragen. Ze krijgen een antwoord in zoveel christelijke diaconie.
Zoveel dienstbaarheid mocht beloond worden. Iedereen mocht aansluiten voor een hapje en een drankje in de tuin van ons Regiohuis. De wijn vloeide overvloedig en snel. Het aanschuiven aan de foodtruck duurde langer. Even was er paniek toen wat druppels begonnen te vallen. Maar iedereen mocht getuige zijn van een wonderbare parapluvermenigvuldiging. Onze leden van de regioploeg deelden er een aan iedereen uit. Het was een bijkomende attentie voor alle aanwezigen en die kwam echt van pas. Nog nooit heb ik zoveel mensen blij horen kirren omdat ze een paraplu mochten openplooien. En terwijl er geduldig werd aangeschoven, werd er rustig verder gepraat. Want dit dankfeest was andermaal een feest van ontmoeting. Een ontmoeting met vele naasten die er op hun beurt voor naasten zijn. Een feest van ontmoeting met de levende Heer, zomaar verrassend aanwezig in een mens in nood naast ons. Zoveel enthousiasme kan alleen maar aanstekelijk werken.
Deken Patrick