Meerdere straatnamen in onze streek verwijzen naar het heidegebied dat er zich vroeger uitstrekte. Neem nu de Elsemheidelaan en de Meigemheidestraat in Alsemberg, de Laarheidestraat in Beersel, de Destelheidestraat en de Solheidestraat in Dworp, Heidebroek in Ten Broek, Bellemansheide in Sint-Genesius-Rode … Op de meeste van die plaatsen is van heide al lang geen sprake meer. Natuurbeheer kan de typische heidevegetatie weer kansen geven. Zoals dat gebeurt in het kleine reservaat van Rilroheide in Dworp. Heide gedijt op schrale grond. Ze ontstond doordat in vroegere eeuwen herders hun schapen of ander kleinvee die plekken lieten afgrazen. Ook het kappen van bomen voor brandhout veranderde boomrijke en grazige landstreken in heidevelden. Het verdwijnen van overtollige begroeiing geeft ruimte en licht aan andere gewassen en kruiden. Zo bijvoorbeeld struikheide, een plant die de heide in het najaar helemaal paars kleurt en waardoor ze in de stille Kempen kunnen zingen van ‘de purp’ren heide’ ...
Tijd van verschraling
Het voorbije coronajaar veroorzaakte ook schraalte in ons bestaan. Beperking van onze contacten, zelfs met onze meest nabijen, geen ontmoetingsgelegenheden, ieder binnen eigen huis en kluis … Daar hebben wij niet voor gekozen. Het is een verarming van ons menszijn, het maakt ons ongelukkig en depressief, nog versterkt door de donkere wintermaanden. Pasen en Kerstmis niet kunnen vieren in kerk of familiekring, het voelt onwezenlijk aan. Het staat ook haaks op onze geloofsbeleving die juist om gemeenschap vraagt. Vieringen volgen op tv of via het internet is een goede oplossing voor wie ziek of thuisgebonden is, maar daarmee hou je geen gemeenschap levend. De voorbije tijd is in die zin een tijd van verschraling zowel voor ons sociaal en familiaal leven als voor ons gelovig zijn.
Tijd van loutering
Schraalheid kan ook loutering betekenen. Daartoe roept de vastentijd op. Het is een tijd die ons aanspoort tot solidariteit en minder consumeren. Het kan heilzaam zijn om ons zekere zaken te ontzeggen, ook al spreekt dat de huidige mens niet meer zo aan. En toch, we diëten voor onze gezondheid en conditie. Vasten heeft dus een heilzame werking op lichaam en geest. Het helpt om alle overwoekering te verwijderen en weer oog te krijgen voor de essentie. De christelijke vastenliturgie heeft een eigen kleur voor die tijd. Het is paars. Zoals de heide paars kleurt als zij tot bloei komt, zo bereidt de paarse vasten ons voor op de explosie van licht en leven die Pasen betekent. Paars is de kleur van de hoop en van verwachtingsvol dromen. We kijken uit naar bevrijding van wat op ons drukt en benauwt. De lente zal alles weer in kleur en bloei zetten, we zullen herleven.
Tijd van verrijzen
Maar eerst moeten we door een tijd van schraalte en versobering. Maar eigenlijk zou dit een voortdurende grondtoon in ons bestaan moeten zijn, met plaats voor vragen zoals: wat is echt belangrijk om gelukkig te zijn? Voor wie of wat wil ik er zijn? Hoe kan ik bijdragen tot andermans geluk? Deze vragen raken tevens de kern van ons christelijk gelovig zijn. Het is eigen aan het geloof dat het ons perspectief voorhoudt, belofte van toekomst. Zo’n verrijzenisgeloof is geen relict uit het verleden, het behoeft geen straatnaam om het in herinnering te houden. Het is gegrond in het leven van een mens, Jezus, en in het leven van zovelen die er in woord en daad gestalte aan geven. In zoveel schakeringen als de heide bloeit, van rood over blauw, lila en violet, tot roze en purper.
(jh)