Geloven u en ik dat wij nodig zijn? Dat wij er moeten zijn voor anderen, voor elkaar, voor deze gemeenschap? Misschien hebben wij het daar soms moeilijk mee. Omdat we twijfelen aan onze eigenwaarde, omdat we erop rekenen dat anderen wel zullen doen waartoe ook wij geroepen zijn. Dat wij er nodig zijn voor elkaar en, meer zelfs, dat God nood heeft aan ons, daarover gaat het in de lezingen van deze zondag.
God heeft u en mij nodig
God heeft mensen nodig, Hij heeft u en mij nodig. Hij had iemand als Jesaja nodig om zijn belofte van heil tot bij de mensen te brengen. Dat horen we bij Jesaja (Jesaja 49,3.5-6). “Gij zijt mijn dienaar,” zegt Hij tot Jesaja, “ik heb u nodig om mijn licht tot bij de heidenen te brengen.” Het is een gedurfde visie van de Bijbelse schrijver om dat te zeggen: God heeft mensen nodig. Want, zo denken wij, God is toch almachtig en wat zijn wij voor Hem dat Hij ons nodig heeft? En toch getuigt de Bijbel ervan: God kan niet zonder ons, mensen. Hoe kan zijn liefde antwoord vinden als er geen mensen zijn die antwoord geven? Wat is liefde zonder wederliefde? Dat legt meteen een grote opdracht in onze handen. Zonder ons kan Gods liefde geen gestalte krijgen. Zonder ons bereikt Gods belofte van geluk de mensen niet. God heeft mensen nodig.
Gods aanbod van liefde
Er was ook een Johannes de Doper nodig om naar Jezus te wijzen. Dat horen we in het evangelie (Johannes 1,29-34). Johannes getuigt ervan: deze is het in wie God al zijn liefde voor ons legt. Johannes grijpt naar oude Bijbelse beelden om zijn getuigenis over Jezus kracht bij te zetten. Hij is het Lam Gods. Een lam is een vreedzaam dier. Er zit geen geweld in. Zo is onze God: er is geen geweld in Gods aanbod van liefde. Het is puur gratuit: je staat er voor open en wilt ze ontvangen, of je staat er niet voor open. Het is de geheel eigen keuze van elke mens om daar op in te gaan of niet, om uit te maken of je die liefde nodig hebt of niet. Het is mijn overtuiging dat iedere mens daar nood aan heeft; maar mensen zullen die nood daarom niet altijd vanuit een gelovige kijk vertolken.
Voor Johannes is het duidelijk: Jezus is beeld van Gods overrompelende liefde voor de mens. En wij, wij zijn vrij om ons te laten aanspreken door deze Jezus. Om in hem te herkennen dat God ons nodig heeft om zijn liefde gestalte te geven. U en ik zijn daartoe geroepen, daarin ligt onze zending.
(jh)