Een jongeman vroeg aan Jezus: “Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” (…) Jezus keek hem liefdevol aan en zei: “Eén ding ontbreekt je nog. Verkoop wat je bezit en geef het geld aan de armen.” (Marcus 10,17-30)
In ons leven is veel gericht op het verwerven van iets. Ga maar eens na: verwerven van kennis, van materieel comfort, van een plaats in de samenleving … Het is een werf die nooit ophoudt, een onrust die ons altijd gaande houdt.
Ruimte geven
In het evangelie van zondag komt een jongeman bij Jezus. Hij wil ook iets verwerven: het eeuwig leven. “Wat moet ik daar voor doen?” vraagt hij. Alsof het daar alleen van afhangt. Hij heeft er trouwens al veel voor gedaan, en Jezus kijkt hem er liefdevol op aan. Maar God of het eeuwig leven laat zich niet verwerven zoals je iets anders verwerft. God kun je alleen maar ontvangen, je kunt Hem alleen maar de ruimte schenken waarin Hij voor jou aanwezig kan komen. Dat vraagt een heel andere ingesteldheid dan we gewend zijn. Het is zoals met het bezoeken van een zieke. Als je ontmoeting met de zieke tot stand wilt brengen, moet je jezelf niet opdringen door bijvoorbeeld heel de tijd vol te praten. Maar als je luistert en wacht, stilte, onmacht en verdriet toelaat, gaat de wereld van de zieke medemens misschien wel open voor jou als bezoeker.
God ontmoeten
Zo is het ook in de ontmoeting met God. God kan niet thuiskomen bij iemand die alleen maar bezig is met zichzelf of van eigen zekerheden leeft. Bij de rijke jongeling was het zijn rijkdom die hem belette in te gaan op Jezus’ uitnodiging. Ook ons kan overdreven materieel bezit blind maken voor wat echt belangrijk is in het leven. Maar het speelt ook nog op vele andere manieren. De rijkdom, die de jongeman belet Jezus te volgen, staat symbool voor zoveel andere dingen die ons beletten God de ruimte te geven waarin Hij aanwezig kan komen.
God wil ons verwerven
Het eeuwig leven, of beter: de liefde van God, is niet zomaar te verwerven of af te kopen. Zeker niet op eigen voorwaarden. Gelovig zijn is voor alles een houding van loslaten en ruimte scheppen. Dat vraagt veel tijd en geduld, veel sterven ook aan mezelf. Maar zo kan ik God misschien ontmoeten, laat Hij zich verwerven. Hoewel, dat bepaal niet ik, maar God alleen. Toch mag ik leven van het vertrouwen dat het uiteindelijk God is die óns wil verwerven. Met al de kracht van zijn liefde wil Hij óns de weg naar Hem laten vinden. Dat vertrouwen mag mij een grote rust in het leven geven, maar ook de blijvende uitdaging om te ontdekken wat het betekent de weg te gaan die Jezus voor mij wil.
(jh)