Geloof in ontferming
Geloof kan voor mensen een bron van kracht en inzet zijn. In die zin mogen wij ook de vraag om hulp verstaan die er uitgaat van de blinde Bartimeüs in het evangelie dat we zondag in de liturgie beluisteren (Marcus 10,46-52). Het is een opmerkelijke kreet die hij tot tweemaal toe uit: “Jezus, zoon van David, ontferm u over mij.” Door Jezus ‘zoon van David’ te noemen knoopt Bartimeüs aan bij het verlangen van het gelovige Godsvolk naar troost en redding. Het is ook zijn verlangen. “Ontferm u over mij,” zegt hij. In het Grieks staat er: eleison. Dat bidden wij ook bij het begin van elke viering: Kyrie eleison. Heer, ontferm U over ons. Het is de vraag dat God naar ons zou omzien, dat Hij zich naar ons toekeert in onze nood, in onze zwakheid. Dat Hij zijn naam – ‘ik zal er voor u zijn’ – zou waarmaken voor ons.
Verrijzenis
“Wat wil je dat ik voor je doe?” vraagt Jezus. Ons vragen, ons smeken, het laat hem niet onbewogen. Hij verstáát ook de vraag van Bartimeüs. Meer dan een vraag om het zicht weer te krijgen is het een vraag om geloof. Dat is de echte nood van die blinde. Hij wil in Jezus iemand zien die hem op de weg naar God kan zetten. Tot dan zat hij daar maar langs de kant van de weg, hulpeloos, zonder uitzicht op toekomst.
“Sta op en ga,” zegt Jezus dan. Dat is een echt verrijzeniswoord. Voor wie gelooft kan dit woord een bron van genezing en opstanding zijn die mensen opnieuw hun zending doet herkennen. ‘Sta op’ is het sterkste woord uit de Bijbel. Dat zwakke en uitgebuite mensen mogen opstaan en erkenning als mens krijgen is de ware kracht en betekenis van verrijzenisgeloof.
Van blindheid genezen
Het ontbreekt ons soms aan moed om dat te willen of te kunnen zien. Het mag dan ook, met Bartimeüs, onze vraag zijn om van die blindheid genezen te worden en te vragen: “Heer, ontferm U over mij, help mij om U gelovig te herkennen in de wereld en de mensen om mij heen.” Dan zullen wij ook beter zien waar wij er nodig zijn voor elkaar en waar wij elkaar kunnen helpen om op te staan en tot vertrouwen te komen.
(jh)