Veertig dagen bleef Jezus in de woestijn. Toen kreeg hij honger en kwam de verleiding: “Als je de Zoon van God bent, verander dan deze stenen in brood. Je zult zien: de mensen lopen je dan achterna.” Maar Jezus zei: “Neen, de mens leeft niet van brood alleen.” (Lucas 4,1 en volgende)
Vasten
Bij het woordje ‘vasten’ denken wij spontaan aan het loslaten van allerlei dingen die onze aandacht afleiden van God. Zoals bijvoorbeeld al te materiële of lichamelijke genoegens. Vasten is loslaten om soberder te gaan leven, meer oog te hebben voor de nood van medemensen. Dat blijft zeker een waardevolle invulling van vasten.
Wat ‘vasten’ is kunnen we evenwel ook vanuit zijn meer oorspronkelijke betekenis begrijpen, namelijk vasten als ‘vasthouden’. Vanaf de vierde eeuw begon de Kerk spijswetten voor te schrijven waaraan de christenen moesten ‘vasthouden’ om de vasten te beleven. Vasten is dan datgene wat ons helpt vast te houden aan wat ons dichterbij God en bij onze medemensen brengt. De Schriftlezingen van de eerste vastenzondag kunnen ons inspireren om dat ‘vasthouden’ zin en inhoud te geven.
Vasthouden
Mozes herinnert het volk aan wat God voor hen gedaan heeft toen ze als slaven in Egypte gevangen gehouden werden (Deuteronomium 26,4-10). Daaraan moeten ze vasthouden, het helpt hen te zien hoe God er voor hen is. Want zelf waren ze ooit vreemdeling in Egypte, onvrij en vernederd. God heeft hen evenwel niet losgelaten, maar heeft zich hun ellende aangetrokken. Hij heeft hen bevrijd uit de vernedering en onderdrukking. Voortaan zullen zij, maar ook wij, mogen vasthouden aan dat bevrijdende gebaar van God, en er de verplichting in zien om zelf altijd recht te doen aan wie ontheemd is.
Het evangelie toont ons waar Jezus zijn houvast vindt. Jezus laat zich in de woestijn leiden door de Geest die hem wijst naar God (Lucas 4,1-13). Jezus houdt dus vast aan zijn roeping en zending om dienaar van mensen te zijn, en zich niet te laten corrumperen door macht of bezit. Een lied, dat we zingen tijdens deze vastentijd, vat dat goed samen:
Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd,
dat is de Geest aanvaarden die naar het leven leidt:
de mensen niet verlaten, Gods woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde de duivel wederstaan.
Zoals in het lied gezegd wordt: vasten is vasthouden aan de Geest die naar het leven leidt. En wat leidt naar het leven? Het is de mensen niet verlaten (of loslaten), maar Gods woord zijn toegedaan en daar houvast in vinden.
Opgave
Het zou in de komende vastentijd een opgave voor ieder van ons kunnen zijn: aan wat willen wíj vasthouden, waarin ons houvast vinden, zodat wij elkaar niet loslaten, maar elkaar juist meer nabijkomen? Veertig dagen de tijd om daarin te groeien.