“Er zal oorlog komen tussen volken en hevige aardbevingen en pest en hongersnood, nu hier dan daar. En in het heelal zullen geweldige en verschrikkelijke dingen gebeuren. (…) Sommigen van u zullen gedood worden. Iedereen zal u haten omdat gij mij liefhebt. Maar door stand te houden in die moeilijke tijd zult gij uw leven redden.” (Lucas 21,10.16b-19)
Vleugels geven
Van mensen die erg gedreven zijn, zeggen we wel eens dat ze vleugels hebben. Mensen vleugels geven is ook een heel Bijbelse opgave: hoop geven waar wanhoop dreigt, bemoedigen in plaats van af te breken. Dat is de bedoeling van de lezingen die we zondag in de liturgie te horen krijgen. Al lijkt het er op het tegendeel: de beelden van de verschrikkingen en van de strijd van volk tegen volk zijn niet bepaald hoopgevend en doen ons meteen denken aan wat we deze dagen in Oekraïne zien. Toch willen die lezingen onze dagelijkse inzet, onze hoop en onze verwachtingen vleugels geven.
Gods gerechtigheid
Het beeld van de vleugels vinden we in de lezing uit de profeet Maleachi (Maleachi 3,19-20). Een profeet die leefde en schreef in een tijd van veel onrecht en geweld. “Voor wie Gods naam vreest, gaat de zon van de gerechtigheid op, en met haar vleugels brengt zij genezing.” De profeet wil zeggen: Gods gerechtigheid zal alle onrecht en boosheid overwinnen, zoals de zon met haar stralen als vleugels licht en genezing brengt. Het is een boodschap van hoop en bevrijding te midden van onderdrukking.
Verzoening en recht
Alle tijden door verlangen mensen naar zo’n boodschap die hen vleugels geeft. Ook nu. Op de tv-zender Canvas liep een tijdlang de reeks over de kinderen van het verzet. Het viel op hoezeer die ‘kinderen’ (nu al oudere mensen) nog altijd getekend zijn door het leed dat hun nabijen hebben ondergaan. Wie eenmaal geleden heeft, laat dit moeilijk los. Dan juist is het belangrijk woorden te horen die oproepen tot verzoening, maar ook tot het verschaffen van recht en genoegdoening.
Geloof dat vleugels van hoop geeft
In het evangelie lijken die vleugels van genezing verder weg dan ooit. Lucas, samen met zijn tijdgenoten, herinnert zich nog de verwoesting van de tempel in Jeruzalem in het jaar zeventig. Mensen werden vermoord of moesten op de vlucht. Met die herinnering in het hoofd wil het evangelie woorden van hoop spreken. Ook al is de tempel verwoest, de verbondenheid met God houdt niet op met het verdwijnen van een stenen gebouw. Wie zich standvastig richt op Jezus Christus zal daar kracht uit putten. Hij zal zijn leven winnen, zegt de evangelist. Voor wie gelooft kunnen dit woorden als vleugels zijn. Er is iemand die ons niet loslaat, op wie wij onze hoop mogen blijven stellen. Geloven in Jezus blijft een vaste waarde en kracht. Het geeft vleugels aan onze hoop. Een hoop die we bewaarheid zien worden waar mensen blijven opkomen voor wat anderen verbindt en recht verschaft. Mag het ook ons vleugels geven in ons dagelijks leven en aan onze inzet voor begrip en verstandhouding, waar ook.
(jh)