Hoe houden wij de verbondenheid met onze geliefde overledenen in stand? Wij zetten misschien een foto op de kast of een andere herinnering. Guido Gezelle drukte het uit in dit tijdloos mooie gedicht voor zijn moeder:
’t En is van u hiernederwaard,
geschilderd of geschreven, mij, moederken,
geen beeltenis, geen beeld van u gebleven.
Geen teekening, geen lichtdrukmaal,
geen beitelwerk van steene,
’t en zij dat beeld in mij,
dat gij gelaten hebt alleene.
Wat de dichter verbindt met zijn moeder is haar beeld in hem. Hoe bewaarden de leerlingen de band met Jezus na zijn dood? Een graf bezoeken konden zij niet, want het was leeg. Hij die leeft, zoekt men niet bij de doden, is daar de betekenis van. Om hem in herinnering te houden doen zij de dingen die hij met hen gedaan had. Maaltijd houden was zoiets. Jezus had die tot teken van zijn levende aanwezigheid gemaakt. “Doe dit om mij te gedenken.” Zij lazen ook in de Schrift, want dat had Jezus met hen eveneens gedaan. En aangeduid waar die Schriften betrekking op hem hadden.
Levende aanwezigheid
Dat tegenwoordig stellen van Jezus is wel iets heel anders dan de wijze waarop wij bijvoorbeeld herinneringen ophalen bij oude foto’s, of een filmpje of geluidsbandje afspelen. Dan zien we de overledene, horen we zijn stem. Maar het blijft verleden tijd, zoals het toen was. Als Jezus bij de leerlingen komt (Lucas 24,35-48), is dat tegenwoordige tijd. Hij komt in het nu, als de Verrezene, als degene die het nieuwe leven bij God is binnengetreden. De evangelist Lucas stelt dat heel lichamelijk voor: Jezus staat plots in hun midden, hij eet en drinkt zelfs met hen. Net met zulke voorstelling hebben wij het moeilijk. Een lijfelijke verschijning na de dood, dat is taal die we niet begrijpen. Beter kunnen we dan zeggen dat Jezus bij hen aanwezig kwam als een werkzame kracht in hen. Het is zijn Geest die werkt in hen, die hen laat doen wat hij gedaan heeft. Door de kracht van zijn Geest gaan ze naar buiten, om allen die het willen horen mee te delen wat hij voor hen betekent en hoe God in Jezus nabij is gekomen.
Eucharistie vieren
Dat is het wat wij doen in de eucharistieviering of in elk biddend samenzijn met gelovigen. We maken ons de woorden van Jezus eigen, laten ze werkzame kracht in ons worden. Hoe die kracht in ons werkt, is voor ieder van ons verschillend. Dat kan een moment van troost zijn in donkere tijden. Het kan een moment van helderheid zijn, van zien wat me te doen staat. Het kan een gevoel zijn van diepe verbondenheid, van weten: hij leeft in mij. Een beetje zoals Guido Gezelle de beeltenis van zijn moeder in zich gegrift weet en zich zo onverbrekelijk verbonden weet met haar.
(jh)