Wanneer dus de zalving van de Geest zich over een mens wil ontfermen en zijn hart opnieuw wil vervullen met welwillende liefde, dan zal zo iemand weer echt mens worden en van de genade zelfs nog iets beters ontvangen dan de natuur hem geschonken had. In trouwhartigheid en zachtzinnigheid zal zij hem heiligen.
(Bernardus SCC 44,6)
Achtergrond
Na deze woorden blies Hij over hen en zei: "Ontvangt de heilige Geest...." (Johannes 20,22)
Op Pinksteren, het feest dat plaatsvindt op de vijftigste dag na Pasen, vieren christen dat de verrezen Heer de beloofde Geest over zijn leerlingen heeft uitgestort. In de Bijbel staan twee verschillende versies van het verhaal. In Handelingen gebeurt de uitstorting van de Geest op de vijftigste dag na de verrijzenis, terwijl Johannes dit gebeuren beschrijft op Pasen. Er staat dat Jezus over hen blies. De Geest heeft iets te maken met adem, met wind, met lucht die beweegt en bewegen doet. Ademen is eigenlijk iets wonderlijks: het is de lucht en de zuurstof die van buiten komt, die extern is en niet te vatten, helemaal in je opnemen totdat het iets van je diepste zelf wordt. De zuurstof ‘van buiten’ moet helemaal ‘van binnen’ worden. Bovendien is dat proces levensnoodzakelijk. Als men zegt dat iemand zijn laatste adem heeft uitgeblazen, dan is dat slecht nieuws. Zo is de Geest: als de wind, onzichtbaar, ongrijpbaar, krachtig als een storm maar even goed een zacht briesje dat verkoeling brengt na een hete zomerdag. Het is de levensadem van God die aanwezig is in alles wat leeft.
Heel de Schrift, ook al het Oude Testament, spreekt over Gods Geest. Al van bij de schepping zweeft de Geest van God over de wateren, over de oerchaos en brengt orde in de chaos. De gelovige Israëlieten weten heel goed dat zonder de adem van God niets leven kan van al wat geschapen is. We lezen in psalm 104:
Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om,
en keren terug tot de aarde.
Maar zendt Gij uw Geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.
Israël ziet Gods Geest echter niet alleen in de schepping maar ook in heel zijn geschiedenis. Zo zijn er de verhalen in het Oude Testamen waar de Geest van God op bepaalde bijzondere personen blijft rusten. De grote figuren uit de Bijbelse geschiedenis zijn allemaal gedreven door de Geest. Aanvankelijk wordt dit nog naïef beschreven als een soort fysische of psychologische superkracht waarmee ze het volk in naam van God redden. Het boek Rechters loopt over van dergelijke verhalen. Later zien we hoe de profeten bezield worden door Gods Geest opdat ze Gods woord kunnen spreken. De koningen worden gezalfd als teken dat Gods Geest op hen rust om het volk goed te kunnen besturen. Nog later in de geschiedenis wordt de Geest van God meer en meer verbonden met de toekomt, met de langverwachte Messias. Op Hem zal de Geest definitief rusten. Christenen hebben die herkend in Jezus van Nazareth.
Alle evangelisten maken in hun relaas van de doop van Jezus duidelijk dat het optreden van Jezus moet gezien worden als een gave van de Geest. Alle motieven wijzen in dezelfde richting: de hemel scheurt open en de Geest die als een duif op Hem neerdaalt… ze verwijzen naar de identiteit van Jezus: de gezalfde van God op wie de Geest blijvend zal rusten. Heel zijn leven en zijn optreden zal er één zijn in de kracht van de Geest. Genezingen en duiveluitdrijvingen zijn geen zelfprestatie maar gebeuren vanuit de Geest. Het is dezelfde kracht van de Geest die Jezus doet opstaan uit de doden. En diezelfde Geest-kracht deelt Hij ook mee aan zijn leerlingen, en dus ook aan ons en heel zijn Kerk. Dat vieren we op Pinkseren.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.