Ik laat jullie graag delen in mijn ervaringen 25 maart 2017 bij het uitspreken van mijn geloften voor het leven in de congregatie.
Elk groot feest begint op de vooravond. Dat is deze keer niet anders. In het avondgebed van onze gemeenschap in Gent is er een bijzonder dankmoment voorzien. Ik ben blij dat ik mijn medezusters uitdrukkelijk met muziek en woord kan zeggen wat ze voor mij betekenen. John Rutter komt mij te hulp in het lied Home is special kind of feeling:
“Thuis is een bijzonder soort gevoel Een gevoel van de plek waar je thuis hoort …”
Doorheen de jaren heeft deze gemeenschap mij de plek gewezen waar ik thuis hoor. Ook de medezusters hebben een woord vol dankbaarheid voor mij. Ik ben ontroerd door zoveel goedheid die mij zomaar geschonken wordt.
De viering op zaterdag is een echte Kerkervaring. Zoveel verschillende mensen, van Limburg tot West-Vlaanderen (en zelfs uit Orval!) komen samen in de St.-Walburgakerk, allemaal om met ons mee te bidden en te vieren. De bisschop die voorgaat en de concelebranten, de familie, de zusters van de congregatie , de jongeren die met onze gemeenschap in Gent verbonden zijn , vrienden en collega’s van vroeger en nu, parochianen van Oudenaarde… En dan nog eens zovelen die niet aanwezig konden zijn, maar wel lieten weten biddend met ons verbonden te zijn.
De talrijke aanwezigheid is een beetje overrompelend in het begin (want oei, als het nu niet goed loopt?) maar tijdens de viering komt stilaan het bewustzijn dat ik me echt door hen mag gedragen weten.
Wonderlijk hoe de lezingen van het Feest van de Aankondiging passen bij het gebeuren. Joris Polfliet trekt in de homilie de rode draad van het ‘ja’ van Maria in het evangelie naar het ‘ja’ dat ik zelf zal uitspreken. Ik herken mezelf inderdaad in Maria die eerst terugschrikt voor het nieuws dat haar wordt aangezegd:
“(…) Menselijk gepieker, dat enkel tot rust kan worden gebracht door een belofte: “De heilige Geest zal over u komen en u overschaduwen… want voor God is niets onmogelijk.” Pas ná deze belofte, en op grond van de belofte dat de Heilige Geest zijn werk zal doen, durft en kan Maria tenslotte zeggen: “Ja, laat uw wil maar gebeuren.” Zo gaat het tot op vandaag, wanneer mensen ingaan op Gods roepstem. ‘Ja’ zeggen tegenover God, doen we als christenen altijd ‘met de hulp van zijn genade’, onder aanroeping van de kracht van zijn Geest. (…) Ook jij zet deze stap op grond van Gods belofte dat de Heilige Geest zijn werk zal doen, in jou en met jou. Zo dadelijk bidden we met iedereen hier, dat Gods Geest je geschonken mag worden: de Geest die ons vrij en verantwoordelijk maakt, de Geest die er altijd weer aan herinnert dat we kostbaar zijn in Gods ogen, dat we zijn liefde niet moeten verdienen, maar moeten leren ontvangen. Moge die goede Geest je verder leiden en bezielen, tot je eigen geluk en dat van je medezusters."
Deze woorden klinken nog in mijn hart als we daarna biddend zingen om de Geest en om de voorspraak van alle heiligen. Ze brengen rust en vertrouwen in mijn hart: ik hoef het niet op eigen kracht te doen.
Ik proef hoe sterk de kracht van een gesproken woord is. Ik heb al meerdere malen gebeden met de tekst van de ondervraging, maar als zr. Noëlla me dan echt de vragen stelt: ‘Ben je bereid om … te leven in zuiverheid, af te zien van elke gehechtheid aan materiële goederen, je leven te laten richten in gehoorzaamheid...?’ dan voel ik hoe het van mij een vrije en heel bewuste daad vraagt om te antwoorden: ‘Ja, dat ben ik.’ Het is gezegd en ik ben eraan gebonden.
Hetzelfde ervaar ik bij het uitspreken van de geloften zelf: “Ik wil leven in armoede … in gehoorzaamheid… in zuiverheid… “ Het is mijn diepste verlangen, nu niet meer in de stilte van mijn hart maar openlijk en in volle vrijheid bevestigd, gehoord door alle aanwezigen, als stille getuigen.
Daarna rest er mij niets anders meer dan mijn leven in Gods handen te geven en zingend te bidden:
“Aanvaard mij Heer, volgens uw Woord, en ik zal leven. Wil, Heer, mijn verwachting niet beschamen.”
Ik ben blij dat mijn medezusters deze vraag ook zingend herhalen. Ik heb het gevoel dat ze daarmee mijn vraag overnemen en meedragen tot bij God.
Het antwoord van zr. Noëlla, als algemeen overste van de congregatie, laat niet op zich wachten. De aanvaarding spreekt boekdelen:
“(…) Beste Karen, thans verbinden we ons voorgoed aan elkaar. “Wij zijn, omdat jij bent; Jij bent, omdat wij zijn."
Samen willen we Gods Kerk liefhebben en dienen, Samen blijven we Gods droom van vrede en gerechtigheid voor onze wereld koesteren. Moge de Heer jou zegenen, je gelukkig maken en je verder meenemen in Zijn onmetelijk geheim van liefde.”
Een wederzijds engagement, in goede en kwade dagen. Wat een cadeau, wat een verantwoordelijkheid!
Tijdens het ondertekenen van de geloften klinkt de vreugdezang van Maria:
“Mijn hart zingt voor de Heer: magnificat! Mijn God is mij genadig, mijn vreugde overdadig en ieder prijst mij zalig, magnificat! Mijn hart zingt voor de Heer: magnificat!”
Ik kan enkel volop meezingen, de vreugde is werkelijk overdadig omdat God zo grote dingen aan een mens kan doen. Ik ben zo dankbaar dat Hij het verlangen naar deze levenskeuze in mijn hart heeft gelegd, dat Hij mij geroepen heeft om op zijn manier een getuige te zijn van zijn Liefde.
Het is die vreugde die ons de hele dag vergezeld heeft en die nog lang blijft hangen in het hart. Ik hoop dat ik ze voor altijd mag bewaren, ook als de weg moeilijk begaanbaar is. Dag aan dag mag ik groeien in het vertrouwen dat Gods genade genoeg is voor mij, voor onze congregatie, voor onze Kerk, voor onze wereld. Goddank!