VERSLAG
11 JULI 2015 - In de abdij van Averbode worden we vriendelijk onthaald door de paters. Ze hebben tafels, stoelen, koffie en hapjes klaargezet zodat we zorgeloos kunnen doen wat we willen en moeten doen: hulde brengen aan mensen die zich jarenlang belangeloos hebben ingezet voor anderen die niet (meer) gehoord werden en geen hoop meer hadden. De inhoud van de opgevoerde lezingen kan u verder in deze editie van De Weg terugvinden. Daarom spits ik me in dit verslag graag toe op de persoonlijke beleving van deze dag der jubel.
Rond half tien in de voormiddag komen de eerste gasten aan. We schudden elkaar de hand. De mensen die elkaar kennen, praten wat bij en wie ‘nieuw’ is, wordt vriendschappelijk begroet. Contactgegevens worden bij de vleet uitgewisseld, evenals blije gezichten, Lotuskoekjes en ‘bakjes troost’. De sfeer is gemoedelijk en warm.
Omstreeks tien uur worden we naar de lezingzaal begeleid. Frans Larridon (voorzitter) en Denise Schellens (Beheerder A, Antwerpen) spreken het publiek toe. Ik heb de eer om vooraan en naast hun plaats te mogen nemen en de aanwezigen recht in de ogen te kunnen kijken. Als leraar ben ik zulk een setting gewoon, alleen is er dit keer iets nieuws voor mij. Terwijl prof. dr. em. Casselman als een volleerd student notities neemt, luisteren de AA-leden, de geestelijken, de leden van Sobriëtas en sympathisanten met een vreugdevolle blik naar de woorden die zorgvuldig uitgesproken worden. De vreugde is er geen van “overweldigende bewondering” die kan ontstaan door de grootte van de opkomst, de hooghartige gevoelens bij
het gebeuren of door de majestueuze omgeving. De opkomst is immers gering en de kamer waar we vertoeven is sober ingekleed. De vreugde is er wel een van blijdschap omwille van het ‘er zijn’ van de ander. De paters, priesters en zusters tonen in woord en daad dat ze een blijde boodschap hebben voor de alcoholisten en hun naasten. Dat gegeven wordt benadrukt in de lezingen en de aanwezigen beantwoorden deze woorden van erkenning en dank met een enthousiast en luid applaus. Als kind van de post-moderne, neo-liberale, individualistische samenleving chockeert me deze manier van ‘hulde brengen’. Gek genoeg is er geen gracieuze dame die op hoge hakken de zaal binnen paradeert en de gelukkigen met knersende smakken overlaadt waarna ze hen, als kers op de taart, hun splinternieuwe tv-installatie toont; het ene plezier is het andere waard, niet?! Neen. De geestelijken worden hier niet overladen met prijzen noch premies. Hen, zowel de levenden als de doden, wordt enkel een uitgebreide ‘merci’ cadeau gegeven. That’s it, meer niet. Maar eigenlijk is die “merci” niet datgene wat het geheel zo bijzonder maakt, de manier waarop ze gegeven wordt, die is van tel (en nieuw voor mij). Het gelaat van mijn opposanten schittert gelukzalig alle kanten op. Ik ben er zeker van dat alle gehuldigden op dit moment een eeuwige plaats verwerven in ons hart en in onze gedachte. Niet hooghartigheid maar wel nederige dankbaarheid, bezielt het hele gebeuren. Hierbij zinderen in mijn achterhoofd Jezus’ ware woorden: “Zalig zijn de armen van geest.”
Na de lezing zijn we gezamenlijk naar de abdijkerk gegaan om er de eucharistie te vieren. Wij zetten ons in het middenschip terwijl EH Bruneel zich moedig naar voren begeeft om samen met de paters te kunnen concelebreren. In de voorbeden wordt er aandacht geschonken aan Sobriëtas, de AA en alle mensen die te kampen hebben met alcoholproblemen. Het algemene verloop van de viering is typisch voor de Norbertijnen: een sfeer van sereniteit, de juiste woorden op de juiste plaats en afsluitend met een contemplatieve lofzang.
We zetten onze dag des huldiging verder in de eetruimte van het abtskwartier waar de tafels al gedekt staan. Dertien stoelen aan een lange tafel, het lijkt wel de gebeurtenis die we zonet in de kerk uitgebreid herdacht en herbeleefd hebben. Al is ook hier Jezus in ons midden, er is geen Judas, noch wijn aanwezig en we mogen God danken voor een meer uitgebreide maaltijd. Achtereenvolgens genieten we van groentesoep met stukjes worst, vol-au- vent met puree en een potje aardbeien. Nadien volgt er nog koffie.
Met de wijzer op half drie, geven we elkaar een stevige handdruk en een zoen. We nemen de tijd om tijdelijk afscheid van elkaar te nemen en keren met een goed gevoel terug naar huis.
Op een warme zomerdag hebben we in sobere stijl de geestelijken kunnen eren aan de hand van een rijk gevuld programma. De mensen die aanwezig waren, kleurden de hele setting en zorgden er voor dat heilscheppende daden in gedachten zullen verder leven. Dank u wel, geestelijken, voor uwen inzet, dank u wel, Frans, om er voor te zorgen dat we hen nadrukkelijk op deze dag officieel een warm hart toedragen!
Tekst: Brecht Nuyts
WOORD VAN ONZE VOORZITTER
Beste priesters, paters, zusters en broeders,
Beste leden van AA en Al-Anon,
Beste Ludo en vrouw, zoon van onze gewezen voorzitter Marcel,
Beste professor doctor Jo Casselman, die hier VAD vertegenwoordigt,
Beste vrienden van AA, Al-Anon en Sobriëtas en alle aanwezigen,
In de tijd zei men “Vlaanderen zendt zijn zonen uit”. Toen sprak men over de paters en zusters die vertrokken naar de missies.
Welnu, vandaag brengen wij hier in Averbode in de eerste plaats hulde aan professor Benedictus Paesmans, die gedurende 38 jaar leraar fysica was aan het St-Jozefscollege te Hasselt. Al die tijd heeft hij zijn oud-leerlingen priesters en paters uitgezonden naar alle dorpen en steden in Limburg en in het grensgebied van de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant.
Mevrouw Denise Schellens zal daarover namens AA straks getuigen met concrete voorbeelden.
Onder de te huldigen geestelijken zijn er dus heel wat van zijn oud-leerlingen.
Maar vandaag herdenken wij evenzeer in aanwezigheid van Ludo, de zoon van de medestichter, en ook zuster Régine Catteeuw, die samen precies 40 jaar geleden de “Contactgroep voor priesters en religieuzen” met drankproblemen hebben opgericht in Pittem. Precies 35 jaar geleden was zuster Régine samen met haar apostelen aanwezig in de abdij van Tongerlo, hier niet ver vandaan.
Op 8 maart 1986 was zij te gast bij professor Paesmans in zijn “Volkstehuis – Maagd der Armen” aan de Kempische Kaai nummer 11 te Hasselt voor een bezinning over Verslaving en Verrijzenis.
Zuster Régine schrijft letterlijk: “In de namiddag, alvorens de dag te beëindigen, kwam Professor B. Paesmans, de grondlegger van de alcoholistenzorg in Limburg, ons nog wat vertellen over zijn jarenlang werk; onvoorstelbaar wat die man gerealiseerd heeft.”
Omdat ik geloof dat zowel de professor als de zuster hier vandaag geestelijk aanwezig zijn vraag ik een applaus voor deze beide heiligen.
Nu zal ik alvorens Denise aan het woord te laten, de namen voorlezen van alle door Sobriëtas gekende priesters, paters, zusters en broeders die zich voor AA en/of Al-Anon hebben ingezet. En van mijn Christine moet ik er jullie op wijzen dat er ongetwijfeld veel namen ontbreken op deze lijst omdat velen van hen bijna even anoniem gewerkt hebben als AA zelf.
Als slot van deze bijeenkomst zal Brecht Nuyts aan iedere aanwezige gehuldigde of aan zijn/haar vertegenwoordiger een exemplaar van zijn thesis “De anonieme alcoholisten en hun spiritualiteit” overhandigen nadat hij zijn werk hier in jullie aller aanwezigheid zal gesigneerd hebben.
Nu geef ik het woord aan mevrouw Denise Schellens, beheerder A van de provincie Antwerpen, die spreekt namens AA.
Tekst: Frans Larridon
WOORD VAN VERTEGENWOORDIGER AA
Ik ben Denise Schellens, beheerder A van de provincie Antwerpen, en vanuit dit mandaat ben ik uitgenodigd door Sobriëtas om hier, samen met u allemaal iets belangrijks te vieren.
Zoals de meesten onder u wel weten is Sobriëtas een organisatie van vrijwilligers die vanuit een blije, christelijke levensvisie gedurende vele jaren mensen met een verslavingsprobleem helpen door enerzijds preventiebeleid en anderzijds door begeleiding van deze mensen.
Ik vertegenwoordig hier de nationale voorzitster van AA, Lieve Jordens, die vandaag niet aanwezig kan zijn.
Ik spreek dan ook voornamelijk over het belang van geestelijken, bij de oprichting en de uitbreiding vanuit het AA- gedachtengoed. Ikzelf ben nog maar een paar jaar actief bij AA en moest mij laten inspireren door teksten en verhalen.
Vandaag staat dus volledig in het teken om de verdienstelijke geestelijken, priesters, paters, broeders en zusters die zich jarenlang belangeloos hebben ingezet om alcoholverslaafden te helpen op weg naar hun nuchterheid.
Wij huldigen hen vandaag voor hun enorme inzet. Een inzet die broodnodig was bij het oprichten, verspreiden en in stand houden van de AA-beweging in België.
Om dit duidelijk te maken duik ik een klein beetje in de geschiedenis.
Voor de tweede wereldoorlog waren er hier en daar alleenstaande initiatieven van bezielde mensen, die zich het lot van alcoholisten aantrokken. Dit waren o.a. Sobriëtas, maar ook het Groot Caritas en Broederhulp in Limburg en de Waterbond in Membruggen.
In 1953 ontstond de eerste AA-groep in Brussel, mee geïnspireerd door André De Boe, secretaris van het Nationaal Comité voor Alcoholisme. Hij werkte daarvoor al nauw samen met verschillende geestelijken die werkzaam waren in hun eigen gebied.
Zo zette Professor Paesmans zich kort al na de tweede wereldoorlog in, voor de drankzuchtigen en volgde de ontwikkeling van het N.C.A op de voet.
Vanaf 1957 zorgde hij samen met Sobriëtas en andere clerici voor een enorme expansie van AA naar alle provincies. Dat ligt mee aan de basis van de werking van AA.
Deze geestelijken hadden een sterke inbreng en werkten als geestelijk raadgever om het spiritueel herstelprogramma begrijpelijk te maken. Zij regelden de vergaderlokalen, schonken er koffie en de meesten waren tijdens de vergaderingen ook aanwezig. Soms was er ondersteuning om de verplaatsing naar de AA diensten te verzekeren. Sommige hebben dat onvoorstelbaar 50 jaar kunnen volgehouden.
De herkomst van ons Hemelhuisje en de ster vindt zijn oorsprong bij Pater Jean Marie Puts, Kapucijn in het klooster van Brugge, hij stelde dit voor op een bestuursvergadering van Sobriëtas. Hier werd het opgepikt door Prof.Paesmans, en deze heeft dit idee verder uitgewerkt.
Het hemelhuisje is een symbool van één jaar nuchterheid. Het wordt overhandigd tijdens een feestelijke vergadering samen met l ster. Bij elk jaar nuchterheid krijgt een AA-lid l ster. Het hemelhuisje is een krachtig symbool waar iedere AA-er naar streeft en deze erkenning geeft een stimulans om het vol te houden.
Wat deze geestelijken voor de AA groepen betekend hebben blijkt uit volgende teksten en laat ik AA-leden zelf aan het woord, door fragmenten over te nemen die her en der bijeengesprokkeld zijn.
Ze zijn niet chronologisch en verre van volledig. Het is maar om een beeld te brengen hoe het in de praktijk gebeurde.
– Professor Benedictus Paesmans.
Getuigenis van E.H.Jozef Colemont: de AA-groep van Bree startte op 25 jan 1959. Professor Paesmans heeft toen de vergadering geleid en mij overtuigd om proost te worden van de groep zonder echt gezag, enkel om er te zijn, en als het paste, een woordje te zeggen... Zijn argument was: het is goed voor een priester om zo in een groep te leren wat het echte leven meebrengt: vallen, opstaan, mekaar helpen.
De ervaring van meer dan 30 jaar wekelijkse gastvrijheid voor de AA- vrienden bij mij thuis, heeft de les van de professor meer dan bevestigd.
– Pater Albert De Rijck: deze pater was bij het ontstaan van de groep Tessenderlo in 1968 en in 1980 bij de groep van Veerle. De ene week ging hij naar de groep van Veerle en de andere week naar de groep van Tessenderlo. De leden van deze beide groepen zijn hun Pater in zijn home te Heist op Den Berg gaan bezoeken om zijn 90ste verjaardag te vieren. Hiervoor hebben beide groepen elk een AA vergadering ter plaatse bij hem geregeld in het home. Hij zou gewoon altijd maar geluisterd hebben in de AA vergaderingen en kwam enkel tussen wanneer zijn gedacht gevraagd werd.... Hij sloot de bijeenkomst af met een bezinningstekst.
–Pater Petit Jean
Bericht van de groep van Belsele.
Met veel spijt verlaten we het klooster op de Voskenslaan 56. Steeds werden we bij Pater Petit Jean met al onze wensen en vragen met open armen ontvangen.
De vergaderzaal werd door onze pater verzorgd en klaar gezet. De koffie stond klaar met melk en suiker op de tafels. De afwas deed onze pater. Hij zou dit 50 jaar gedaan hebben.
We zijn dankbaar voor dat alles, en de COI medewerkers en groepsafgevaardigden zullen samen met de provinciale werking onze dankbetuigingen concreet overmaken.
-Pater Jos De Reys
In 1943 begint hij voorgoed zijn gedreven apostolaat voor en tussen de alcoholisten. Om een idee te geven van zijn activiteit in de drankbestrijding in de jaren veertig een zeer kleine opsomming hiervan:
– Algemeen secretaris en proost van Sobriëtas.
– Bestuurslid en beheerder van de Landelijke Federatie der katholieke matigheidsbonden van België.
– Algemeen secretaris van het Nationaal Comité voor Alcoholisme.
– Stichter-geestelijk adviseur en secretaris van de Matt Talbot, reddings- en rehabilitatiewerk voor alcoholisten te Antwerpen.
– Bestuurder van het consultatiebureau voor alcoholisme Antwerpen.
Hij was niet alleen een man van vergaderingen en commissies, hij schuwde het veldwerk niet. Dag en nacht deden drinkers beroep op hem.
Er bestaat nog een briefje uit 1955 waarin hij een man van Antwerpen uitnodigt om mee te gaan naar een vergadering van AA te Brussel en voor wie hij het spoorkaartje betaalde.
-Frans Larridon
En als allerlaatste mogen we een belangrijk persoon zeker niet vergeten, hoewel hij niet bij de geestelijken hoort. En dat is de huidige voorzitter Frans Larridon. Hij heeft heel wat opzoekwerk gedaan voor zijn thesis voor het behalen van zijn diploma Licentiaat in de Catechetische Wetenschappen. Zo blijft de ontstaansgeschiedenis van AA nu, en vooral ook voor de toekomst bewaard. De titel van dit eindwerk is: “DE GESCHIEDENIS VAN DE ‘ANONIEME ALCOHOLISTEN” van Frans Larridon, Leuven, 1971.
Door zijn toedoen is het archief erfgoed van Sobriëtas, dat ook documenten van de oprichting van AA bevat, in bewaring gegeven bij KADOC-Leuven. Inzage hierin kan aangevraagd worden. Hierbij doe ik ook een warme oproep aan de AA gemeenschap om hun kostbaar erfgoed ook hier in bewaring te geven.
Bedankt Frans voor al het werk dat je voor AA geleverd hebt en niet aflatende steun aan deze gemeenschap.
Ik sluit dan ook af met jouw krachtige woorden: “AA is als een vlechtwerk waarin er zowel draden van binnen als van buiten AA geweven zijn. Dat maakt het tot een prachtig geheel.”
Tekst: Denise Schellens