Jezus die door de korenvelden loopt. Stel het je voor. Wat een zalig herderlijk tafereel! Uiteraard schijnt de zon.
Het doet denken aan die pastorale poëzie uit de klassieke oudheid. Die poëzie is geïnspireerd op het landleven, maar dan gezien door de bril van de stedeling die van het landleven vervreemd is. En die de natuurlijke vreugde en het zorgeloze leven vanop afstand aanschouwt. Die poëzie speelt zich niet in de stad af, maar in een landelijk gebied waar mensen macht en geld niet belangrijk vinden en de voorkeur geven aan de zuivere liefde.
Samen in de vrijheid
Nog niet zo lang geleden liep ik zelf tussen de wijngaarden in Portugal, met een aantal goede vrienden, Samen in de vrijheid en de ongedwongenheid van de natuur. We wandelden tezamen naar een klein dorpscafeetje in het volgende dorp. En onderweg plukten we druiven. Want als ze over 'den draad' hangen, dan mogen de arme mensen ervan eten.
De arme mensen, dat waren wij heel even. Maar we waren rijk in broederlijkheid en dialoog.
In het cafeetje werden we gedurig aangesproken in het Portugees. Ze vonden het helemaal niet erg dat we niet begrepen waar zij het over hadden en bleven ons toespreken.
Strikte wetten
Daar loopt Jezus, door de velden. Ook in dat tafereel proeven we van een bevrijdende zorgeloosheid. Jezus is zo ver van het stedelijke verwijderd, zo ver van de bedrijvigheid van de religieuze tempel, dat hij vlotjes voorbijgaat aan de strikte wetten van de gevestigde godsdienst. Hij plukt geen druiven, maar wel aren, die ze samen broederlijk uitwrijven in hun handen.
Het was sabbat. Plots schieten uit het graangewas enkele farizeeën te voorschijn.
Je kan je afvragen hoe lang die daar verdoken de wacht hielden. Die bijbelkenners en tempelspecialisten, die verwacht je vooral in de stad en in de omgeving van de tempel. Misschien waren ze wel jaloers op dat volkse tafereel, dat aangename catechese-moment te midden van de natuur. Ze aanschouwden een profeet die het had over barmhartigheid en schoonheid. ‘Kan je zo wel de hemel verdienen?’, vroegen ze zich af. Ze stellen zich God heel anders voor. Een beetje zoals zichzelf, als iemand die streng toekijkt en onze daden graag bekritiseert. Voor hen wandelt God niet door de velden.
Een dag van limieten
De sabbat, de dag voor God, is voor hen een dag van limieten, van grenzen. Voor hen geen ongedwongenheid, geen vrijheid of zorgeloosheid. Neen, op de sabbat hebben we extra tijd om moeilijk te doen, lijkt het wel.
‘Waarom doet ge iets dat op sabbat niet mag?’
Jezus antwoordt met te zeggen dat zij meer hun Bijbel moeten lezen, en vooral een andere leessleutel moeten hanteren. Als God te veel op een kwade en strenge mens gelijkt, dan is het niet God. Als jouw God geen druiven mag plukken, of geen aren in de handen uitwrijft, dan is het niet God, en blijf je enkel met jezelf achter.
De sabbat is er voor God, maar ook voor de Mensenzoon, zegt Jezus. De sabbat, zegt Jezus ook, is er voor de mens. Het is God die ons daarmee de ruimte schenkt om Hem te vinden. In de natuur, in het broederlijke gesprek, in het cafeetje waar Hij Portugees spreekt en biertjes aanbiedt die nog geen 1 euro kosten.
(Gebaseerd op Mt 16:13-20)